29 mei 2024 is het precies vijf jaar geleden dat onze hoogste bestuursrechter met de PAS-uitspraak een rode streep zette door het Nederlandse stikstofbeleid. De politieke en maatschappelijke gevolgen zijn bekend. De vaak slechte staat van de Nederlandse natuur maakt het in veel gevallen moeilijk om nieuwe bouwprojecten te vergunnen. Boeren en agro-industrie – de belangrijkste bron van stikstofemissies – maken groot kabaal over de te nemen maatregelen. Ze lopen vervolgens kwaad weg bij het CDA en richten met de BBB een eigen politieke partij op. Die partij wil nu deelnemen aan het nieuwe kabinet en daarmee verantwoordelijkheid nemen voor de noodzakelijke maatregelen. Wat staat hen te doen? Een overzicht in drie hoofdpunten.
Maar eerst dit. We leven vooralsnog niet in een dictatuur, maar in een democratische rechtsstaat. Bovendien is Nederland onderdeel van de Europese Unie. Nederland (agrarisch!) exportland heeft groot economisch belang bij een gemeenschappelijke Europese markt. Bij een gemeenschappelijke markt horen gelijke productiekansen voor het bedrijfsleven om valse concurrentie uit te sluiten. Waaronder gelijke milieu- en natuurcondities. Europees recht legt niks op. Europees natuur- en milieubeleid is enkel de keerzijde van de gemeenschappelijke Europese markt. Nederland speelt vals als het onvoldoende natuur- en milieubeleid voert.
Het bestaansrecht van een regering is het aanpakken en oplossen van problemen. Daarbij bestaat wat treuzel- en twijfelruimte om te zoeken naar de best mogelijke maatregelen. Na inmiddels vijf jaar treuzelen over stikstofmaatregelen zal nu geleverd moeten worden. En als de BBB dat wil doen: prima. Doe je best en succes gewenst. Hun voordeel: ze hebben een heel kort lijntje met de agararische sector, de sector waar fors ingegrepen zal moeten worden. En, ze kunnen nu nooit meer zeggen dat ze geen kans hebben gehad om het zelf op te lossen.
Er zijn drie hoofdpunten waar ze mee aan de slag zullen moeten.
1. Vergunningenhandel en opvullen latente ruimte
Dit punt is tot nu toe nauwelijks serieus beproken en beschreven in de politiek en media, maar dat gaat zeker nog wel komen. Een cruciaal en onvermijdelijk omslagpunt.
Als de overheid particuliere handel in stikstofvergunningen toelaat, dan komen die vergunningen ook als bedrijfskapitaal in de bedrijfsboekhouding terecht. Dat wekt de valse gedachte dat vergunningen privébezit kunnen zijn van de vergunninghouders. Daarmee verliest de overheid grip op die vergunningen, bijvoorbeeld als vergunningen ingetrokken moeten worden. Immers, bedrijfskapitaal geef je als bedrijf niet zo maar prijs. Dat verdedig je tot het uiterste. Als bijvoorbeeld ook een rijbewijs verhandelbaar zou zijn, dan wordt het voor de politie heel lastig die af te nemen omdat er dan ook een civielrechtelijke component aan lijkt te hangen. Als een overheid bepaalde zaken wil kunnen regelen dan mogen de handen niet gebonden zijn. Er zal een einde moeten komen aan de particuliere handel in stikstofvergunningen.
Maar dan zijn we er nog niet. Er circuleren duizenden deels of geheel loze stikstofvergunningen. De zogenaamde latente vergunningruimte. Wel vergund maar niet ook feitelijk benut. Bijvoorbeeld een vergunning voor 150 koeien, waarbij enkel een stal voor 100 koeien is opgericht. De schatting is dat ongeveer 30% latente ruimte circuleert bovenop de feitelijke stikstofemissies. Oorzaak: gemeenten en provincies die hun vergunningenbestand niet op orde willen brengen.
Ammoniakemissieruimte is al decennia een nijpende kwestie is in de agrarische sector. Daarom zijn veel agrarische bedrijven al decennia bezig zoveel mogelijk loze emissieruimte in vergunningen op te potten. Met andere woorden: een door de overheid gedoogde zwarte markt in natuurschade. Deze latente ruimte kan worden opgevuld door de vergunninghouder bij een bedrijfsuitbreiding en/of verhandeld voor nieuwe woonwijken, vliegvelden en wegen. Dit betekent dat de feitelijke emissies kunnen toenemen, terwijl die emissies juist fors omlaag moeten. Deze zwarte markt in loze vergunningen zal met hoge prioriteit gesaneerd moeten worden.
Deze twee ingrepen – het wegstrepen van latente ruimte en het opheffen van de vergunninghandel – zijn cruciaal om een nieuwe toename van stikstofemissies te voorkomen. Belangrijk gegeven: hiermee wordt nog niet ingegrepen in de werkelijke bedrijfsvoering. Hiermee wordt enkel de valse lucht uit het systeem gehaald c.q. de vergunningadministratie meer in overeenstemming met de werkelijkheid gebracht. Niets redelijker dan deze eerste stap, waarmee het openbaar bestuur het initiatief weer terug in handen krijgt.
2. Technische maatregelen en krimp van de veestapel
Al meer dan 40 jaar wordt emissiereductiebeleid gevoerd. Al meer dan 40 jaar wordt gepraat met de agrarische sector over zinvolle en kansrijke milieutechnieken om de bedrijfsemissies te verminderen. Dat heeft ons de onderwerkplicht bij het uitrijden van mest gebracht. Dat heeft ons ook slecht presterende emissiearme staltechnieken gebracht. Voor ondermaats presterende luchtwassers in de varkenshouderij zijn bovendien tientallen miljoenen Euro’s subsidie toegekend. Kortom, verspild belastinggeld. De werking van de zogeheten ’tover’stalvloeren in de melkveehouderij blijken flink tegen te vallen. Evenzo de staltechnieken in de pluimveehouderij, hoofdzakelijk mestdroging. Is dit niet al genoeg om conclusies te trekken over de potentie van milieu-innovaties in de veehouderij?
In de afgelopen jaren gaat het politiek debat over veevoermaatregelen. Precisie-veevoermenu’s, de veestapel op dieet. De gedachte hierbij is dat minder stikstof in het veevoer minder de stikstof in de mest geeft, en daarmee minder stikstofemissies. Dit zou dan weer een nieuw beleidsterrein betekenen, inclusief administratie en toezicht. Dat staat haaks op de wens van minder regels. Daarnaast wordt ook toch gedacht aan een nieuwe generatie stalsystemen, waarvoor zelfs de koning op bezoek is gekomen bij een stalbouwer.
Na 40 jaar emissietechniekontwikkeling in de agrarische sector zijn geen gouden bergen meer te verwachten. Feit is dat op dit moment geen breed toepasbare (betaalbare) nieuwe technieken klaar staan. Het is vrijwel uitgesloten dat nog een supertechniek wordt bedacht die ook reëel en sectorbreed op korte termijn toepasbaar zal zijn. En niet weer op grote weerstand zal stuiten binnen de agrarische sector. Herinneren we ons nog de massieve weerstand tegen de veevoermaatregel van minister Schouten in 2020, waarop die maatregel weer werd ingetrokken?
Als van milieutechniek geen wonderen meer kunnen worden verwacht dan rest nog maar één maatregel: bronbeleid. Minder staarten, minder dikke darmen. Nederland is het meest veedichte land van Europa en ver daarbuiten met 4 miljoen stuks rundvee, 11 miljoen varkens en de 100 miljoen kippen. Deze veestapel geeft jaarlijks een mestproductie van 75 miljoen ton. Dat zijn bijna 2,5 miljoen vrachtwagens van 30 ton. Of 20.000 olympische zwembaden vol (50x25x3 meter). Deze mest veroorzaakt ca. 65% van de Nederlandse stikstofemissies. Halveer de mestproductie. Daarmee reduceren we ca. 30 % van de Nederlandse stikstofemissies.
De enige juiste politieke discussie is een discussie over een passende en redelijke regeling, waarbij niet alles op de belastingbetaler wordt afgewenteld. Een ondernemer heeft geen eeuwig productierecht. Hierbij zullen onvermijdelijk de piekbelasters het eerst in beeld komen.
3. Boze boeren, boos op de natuur of boos op de supermarkt?
Er zijn harde grappen te maken over boeren die boos zijn op natuur. We moeten toch tolerant zijn in dit land? Dan moeten die plantjes zich ook maar aanpassen aan een beetje extra stikstof. En, we zien toch graag zeldzame plantjes? Nou, dat is precies waar boeren voor zorgen.
Willen de Nederlandse boeren werkelijk weggezet kunnen worden als anti-natuur? Vervuilen van grondwater, vernielen van natuur met pesticiden en stikstof, alle roofdieren en ganzen afschieten? Op dit moment lopen door het hele land honderden rechtszaken van boeren tegen natuurbescherming. Kansloze rechtszaken, met als boodschap dat de boeren radicaal tegen natuur zijn. Voor de lange lijst verloren rechtszaken, zie link rechtbank Gelderland, zie link rechtbank Overijssel, zie link rechtbank Noord Holland, zie link rechtbank Zeeland-West-Brabant. Met deze rechtszaken bijten deze boeren in de hand die ze voedt.
Natuur en industriële landbouw is een slechte combinatie. Industriële landbouw is computergestuurde en door zakenbelangen gedreven monocultuur. Dat staat op gespannen voet met zakenbelangenloze – analoge – biodiversiteit. Toch is dit niet het echte conflict.
Er leeft het waanidee binnen de Nederlandse agrarische sector dat milieu- en natuurbeleid de oorzaak is van hun problemen. Hun echte probleem zijn de supermarkten, die te weinig voor hun producten betalen. Boeren willen terecht een serieuze prijs voor hun product, die het mogelijk maakt ook natuur- en milieunormen te respecteren. Een serieuze prijs krijg je niet door de natuurbeschermingsregels de nek om te draaien, en de roofbouw en vervuiling in stand te houden. Boeren zullen samen de strijd moeten aangaan met de supermarkten. Daar kan wellicht ook de overheid een rol in pakken mits de boeren zelf het voortouw nemen. Er moet hard afgerekend worden met het waanidee dat het probleem van de boeren bij natuur ligt.
– Het hoofdlijnenakkoord van het beoogde kabinet
Inderdaad, deze drie punten staan niet of nauwelijks in het verkiezingsprogramma van de BBB of het hoofdlijnenakkoord van het beoogde kabinet. Zie ook mijn vorige artikel coalitie-akkoord en stikstof: luchtfietserij. Dat doen ze in de politiek wel vaker, niet zeggen en zelfs ontkennen wat echt gedaan moet worden. Mensen die duidelijk kunnen zeggen wat nodig is, en dat vervolgens ook gedaan krijgen, zijn zeldzaam. Vaker wordt ontkend wat nodig is, om vervolgens – al dan niet na een moeizaam leerproces – dit zo onopvallend mogelijk toch te doen.
Soms blijft het bestuur langdurig steken in apathie. Maar dat kan nu niemand zich nog permitteren. Niet alleen stikstof klopt aan de deur, maar ook de mest-, water- en klimaatkwestie. Een unieke kans voor bestuurders om zich positief te onderscheiden.
– Over de KDW en het Aerius-rekenmodel
In het stikstofdebat spelen meer dan de drie bovengenoemde punten. Maar dat zijn vrijwel allemaal bijzaken, ruis in het politieke debat.
Bijvoorbeeld de pogingen van sommige politici om de Kritische Depositiewaarde (KDW) en het Aerius rekenmodel weg te kletsen. Ook genoemd in het hoofdlijnenakkoord. De KDW staat voor het wetenschappelijke criterium om de ernst van de stikstofschade bij de verschillende natuurtypen te kunnen vaststellen. Daarmee is het uiteraard ook een streefwaarde voor stikstofreductiebeleid. De combinatie van de KDW en het Aerius rekenmodel is vergelijkbaar met de thermometer die aangeeft of je al dan niet koorts hebt en de arts die de temperatuur wil zien zakken tot rond de 37 graden Celsius. Willen deze politici werkelijk de koorts bestrijden door de thermometer weg te gooien? In de kroeg mag iedereen onzin verkopen en op alles mopperen wat ‘m dwars zit. Maar als politici kroegpraat gaan uitslaan dan worden het clowns. Clowns horen in het circus thuis, en niet in het openbaar bestuur.
Bij de discussie over het Aerius rekenmodel geldt de nuancering dat op rekenmodellen altijd kritiek mogelijk is, aangezien het een eenvoudige weergave is van de werkelijkheid. Belangrijk gegeven hierbij: het aerius rekenmodel is niet ook een beleidsmodel. Het is enkel een model om het verspreidingsgedrag van stikstofbronnen in kaart te brengen en de concentratieniveau vast te stellen. Gebaseerd op de best beschikbare modelkennis. Voorlopig hebben we niks beters dan het Aerius-rekenmodel. En: als het Aerius rekenmodel wordt afgeschoten, dan kunnen helemaal geen vergunningen meer worden verleend. Willen we dat?
Het wordt helemaal bont met het verzet tegen het corrigeren van de natuurkaarten en het aantal en omvang van die natuurgebieden. Hierboven al genoemd: boeren voeren willekeurig door het hele land honderden rechtszaken tegen natuurbeschermingsbesluiten. Welk beeld willen de Nederlandse boeren van zichzelf neerzetten?
En dan hebben we nog het initiatief van de SGP om de toegang tot de rechter af te sluiten voor partijen die opkomen voor natuur. Eerder (in 2013) zijn burgers middels invoering van artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht (het relativiteitsvereiste) de toegang tot de rechter ontzegd als ze willen opkomen voor natuur. Burgers mogen sindsdien tegen de rechter niks meer zeggen over natuur. En nu wilde SGP dat ook natuurorganisaties in de rechtszaal het zwijgen wordt opgelegd. Tegen deze opvattingen moet uiteraard scherp worden opgetreden, maar op een ander podium. Dit heeft niets met stikstof of natuurbeleid te maken, maar met bestuurders die de rechtsstaat afwijzen. Dit zijn gevaarlijke opvattingen, als een bijl aan de wortels van de democratische rechtsstaat. Is dit een – schuchtere? – stap richting een dictatuur? Alle reden voor alertheid, maar dit valt buiten de stikstofkwestie.
– BBB bestaansrecht?
De BBB heeft zich kandidaat gesteld om de stikstofproblemen op te lossen. Ze hebben nu de kans om hun bestaansrecht als bestuurder te bewijzen. Als ze deze kans niet pakken, dan verliezen ze hun recht van spreken.