28 juni 2023

Adema’s plan: turbokoe aan de stikstofpil

De mislukte landbouwgesprekken hebben Nederland ook iets opgeleverd. Het werpt licht op het bizarre denkwereld van de intensieve landbouw. En ook op hoe ver het landbouwministerie daarin steeds weer meebuigt.  

Maar eerst dit: iedereen die serieus wil weten hoe de landbouwhazen zijn gelopen: lees dat concept akkoord ! Zie download op deze link. Dat is direct ook een mooie oefening om prietpraat van serieuze tekst te scheiden. Het lezenswaardige deel is snel bekeken. Zie § 7.3 en vervolgens de sectorspecifieke afspraken voor melkvee, kippen en varkens achterin het verslag. Vooral de melkveesector moet leveren, varkens- en kippensector blijven buiten schot. 

Lees vervolgens het PBL-commentaar. Zie download op deze link. De samenvatting volstaat. Een uiterst beleefd commentaar (met ook een nieuw ambtelijk modewoord: appreciatie), waarin duidelijk wordt gezegd dat het conceptakkoord onvoldoende concreet is om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Voor wie nog verder wil lezen, zie ook de commentaren van de WUR en het Louis Bolkinstituut. 

Samenvatting van de genoemde stikstofmaatregelen: 

– het coalitieakkoord (50% emissiereductie in 2030) wordt losgelaten (wat vindt D66 hiervan?)
– ruim de helft van de emissiereductie zou moeten komen van (onbewezen) pillen aan de turbokoe, van luchtwassers en tovervloeren
– de andere helft van de emissies van – vrijwillig – stoppende bedrijven
– niet de vervuiler maar de belastingbetaler betaalt
– een compleet nieuw beleidsveld wordt over de sector getrokken: afrekenbare stoffenbalans en KPI’s (kritische prestatie indicator)   
– realisme uitvoerbaarheid: volstrekt onbekend

Het bizarre denken: waar komt de LTO-gedachte vandaan dat zij het zich kunnen veroorloven om uit het overleg te stappen? Dat maatregelen genomen gaan worden is onvermijdelijk. Daarbij kan je altijd beter aan tafel zitten. De echte vraag is dan ook: wie vertegenwoordigt LTO? Vertegenwoordigt ze werkelijk de boerenbedrijven of vertegenwoordigt ze eigenlijk vooral de multinationals Friesland Campina, Vion, De Heus enzovoort ? Die belangen lopen alles behalve parallel. Schaalvergroting en bulkproductie staat haaks op het belang van het boerengezinsbedrijf. Naarmate intensiever en grootschaliger wordt gewerkt zullen minder boerenbedrijven overblijven. Dit proces is al decennia gaande, en is deel van het probleem. Dat de multinationals en de boerensector voor het oog de gelederen gesloten houden betekent niet de belangen gelijk opgaan. En, regelmatig is vastgesteld dat velen in de agrosector zwijgen en/of het zwijgen is opgelegd. De gang van zaken schreeuwt om nader onderzoek naar de gang van zaken binnen LTO.

Het bizarre denken: waarop baseren LTO en Adema de gedachte dat de helft van de emissiereductie gerealiseerd kan worden middels tovervloeren en luchtwassers, terwijl zelfs de rechter heeft moeten vaststellen dat die staltechnieken niet of nauwelijks werken? En dan ook nog stikstofpillen geven aan de turbokoe voor emissiereductie? Hoeveel gekker moet het worden voordat iedereen in luid lachen uitbarst? En dan bij elk melkkoe een ambtenaar om te controleren of ze haar pillen slikt?

Het bizarre denken: hoezo blijft de kippen- en varkenssector ongemoeid? Dit is juist het meest intensieve deel van de veesector. Hiermee wordt feitelijk gezegd dat het megastallenbeleid (schaalvergroting en bulkproductie) ongewijzigd blijft, inclusief de bouw van nog meer mestfabrieken. En daar zou de extensieve varkens- en kippenhouderij mee moeten blijven concurreren? De fiets en de raceauto beiden samen over dezelfde economische snelweg? Het luide lachen over de turbokoepil verstomt.

Het bizarre denken: de afrekenbare stoffenbalans en/of KPI’s met als achterliggend idee dat veehouders een eigen milieu-administratie op bedrijfsniveau kunnen voeren waarmee ‘de boer aan het stuur’ zit. Dit betekent weer een compleet nieuw beleidsveld optuigen wat zonder de geringste twijfel minstens meerdere jaren zou gaan kosten. En reken maar dat dit nieuwe beleid weer nieuwe series rechtszaken gaat opleveren wat nog meer jaren kost voordat het nieuwe beleidsveld zich ook juridisch heeft bewezen. Die tijd hebben we niet. Daarbij bestaat alle reden voor scepsis over de handhaving, gegeven het huidige zwakke toezicht op naleving van de nu bestaande milieuregelgeving (mestfraude, zie NRC-dossier, disfunctionerende luchtwassers, zie ILT rapport, RIVM rapport, CBS rapport). Bovendien betekent de afrekenbare stoffenbalans en/of KPI’s nog meer regels en administratie voor de sector. Willen ze dat echt? Een nieuw beleidskader draperen over bestaande gebrekkige beleidskaders gaat niet werken. De enige juiste weg is inzetten op eenvoud en effectiviteit aanbrengen binnen de bestaande beleidskaders, waaronder in de eerste plaats de Wet natuurbescherming.

Eerste stap daartoe is een scherpe analyse van de werking van de bestaande beleidskaders voor de veehouderij, te weten de Wet natuurbescherming, de WABO, de Meststoffenwet en de Wet Ruimtelijke ordening. Die analyse is tot nu toe nooit gemaakt. En neem bij die evaluatie dan svp ook de – mislukte en ingetrokken – Reconstructiewet (2002-2014) mee, die immers ook al probeerde de milieuproblemen rond veehouderij aan te pakken. Ik herinner u aan het drama van de Landbouwontwikkelingsgebieden, die ons de megastallen hebben gebracht. Er zijn nu vele rapporten geschreven. Maar niet ook het rapport dat werkelijk nodig is. Daarvan afzien vanwege de mogelijke komst van de Omgevingswet is een slechte smoes, aangezien die wet weinig aan deze beleidskaders verandert.

Voor meer lezen over de landbouwgesprekken, zie: Over het Landsloop-akkoord en het leugentje van Van der Wal

Adema heeft gespeeld en verloren. Ondertussen is weer een kostbaar jaar verjubeld. We zijn het vijfde jaar ingegaan sinds de PAS uitspraak van 29 mei 2019 zonder dat serieuze maatregelen zijn genomen. Waar staan we nu?  

Normaal gesproken maak je eerst een probleemanalyse als je in de problemen bent gekomen. Dan bekijk je eerst wat nodig en mogelijk is. We zitten met ernstige natuurschade. In de afgelopen 30 jaar is het vak ‘ecologie en natuur’ in het landbouwonderwijs opgeheven. Het resultaat hiervan is te zien op de boerenspandoeken. De situatie waar we in zitten kan niemand verbazen. Eerste stap: breng subiet het agrarisch onderwijs op orde. We zullen het van de volgende generatie boeren moeten hebben. Elk afstudeerjaar zonder serieus natuuronderwijs op de landbouwscholen is een verloren jaargang.

Zijn boeren ondernemers of ambtenaren? Ambtenaren moeten doen wat hun gezegd wordt. Ondernemers maken eigen keuzes en dragen daarvoor dan ook de verantwoordelijkheid en de risico’s. Als boeren werkelijk ondernemers zijn dan is het bizar dat zij door velen worden neergezet als slachtoffers. In deze visie zijn Tatasteel en Schiphol ook slachtoffers. En hou nu eindelijk eens op over dat geschonden vertrouwen. Het gaat niet over vertrouwen maar over duidelijkheid. En duidelijkheid krijg je door knopen door te hakken. Door het bestaande beleid effectiever en eenvoudiger te maken in plaats van weer nieuw beleid te verzinnen.

Daarbij wordt steevast een harde leugen herhaald, ook door Kamerleden en bestuurders die voor serieus doorgaan: de bestaande situatie zou de landbouwsector zijn opgelegd en overkomen. Pertinent onjuist. Het landbeleid van de afgelopen 30 – 40 jaar is zwaar bepaald door agrarische lobby. LTO en LNV zitten al decennia op elkaars schoot. Decennia hebben meerdere veehouders zitting in de Tweede Kamer gehad, doorgaans met een ruime Kamermeerderheid. Stellen dat de huidige situatie de sector is overkomen is tergende onzin. Geachte Kamerleden en Kabinet: een politieke leugen kan geen basis zijn van beleid. Zie mijn eerdere artikel met een paar concrete voorbeelden: https://w-ja.nl/radicaal-egoistische-agrolobby-en-het-veegbesluit/

En dan nog die veelgenoemde polarisatie. Voor polarisatie heb je er twee nodig. Is in Nederland in de afgelopen jaren een demonstratie voor de natuur geweest? Mij niets van bekend. Polarisatie? Of een openbare orde probleem?

Ondertussen dringt de tijd. Over wat nodig is schreef ik Minister Adema op 3 januari van dit jaar een brief. Daarin wordt onder andere genoemd dat vergunningenbeleid het belangrijkste instrument van het openbaar bestuur is om zaken te regelen. Vergunningen kunnen worden verleend, gehandhaafd, ingetrokken en aan extra voorwaarden worden gebonden. Ons openbaar bestuur durft tegenwoordig enkel nog de eerste bevoegdheid – vergunningverlening – te gebruiken. Elke kleuter kan begrijpen dat je dan niks opgelost krijgt. Voor de brief, zie: Zijne Excellentie de heer P. Adema

Adema heeft nooit de moeite genomen op die brief te reageren. Als boerenorganisaties weglopen wordt gebedeld om hun terugkeer aan tafel. Een duidelijk geval van meten met twee maten. Dwingt dit natuurorganisaties tot scherper optreden? Word je pas serieus genomen als de hakken nog verder in het zand gaan? Natuurorganisaties hebben nu geen rol van betekenis gespeeld in het landbouwoverleg. Mobilisation en vereniging Leefmilieu zijn niet door Adema uitgenodigd. Zij zouden anders zeker zijn aangeschoven, en met alle mogelijke respect en geduld de vinger op de zere plek hebben gelegd. Wannneer zijn voor de Kamer en Kabinet de problemen wel ernstig genoeg om de problemen serieus aan te pakken?

Adema’s plan: turbokoe aan de stikstofpil