16 mei 2024

Coalitie-akkoord en stikstof: luchtfietserij en rode diesel

Als er vreemde dingen gebeuren, dan is het vaak goed om eerst wat afstand te nemen. Geen emoties, rustig kijken. 

Er ligt een hoofdlijnenakkoord voor een nieuw kabinet.  Met een intrigerende paragraaf over landbouw en natuur. In deze link mijn commentaar in rood bij de punten uit dat akkoord. Conclusie: een zuiver boerendictaat. Natuurbelangen moeten achteraan aansluiten. Het is als de voormalige president van de Verenigde Staten die het Parijs-akkoord over het klimaatbeleid heeft opgezegd. Ordinaire ontkenning, een opgestoken vinger naar de wetenschap, natuur en toekomst. 

Dit akkoord vertelt ons veel over de partijen die deze tekst neerleggen. Centrale vraag is natuurlijk: is het akkoord realistisch? En met deze vraag wordt het direct spannend.

Het aardigst is de introductie van de term ‘landbouwinclusieve natuur’. Ik schreef al vaker: clowns draaien altijd alles om. Deze nieuwe taalvondst is een omdraaiing van ‘natuurinclusieve landbouw’. Een klassiek trucje uit de politiek: woordcombinaties maken van kwesties die elkaar bijten. Eindeloos verwarring zaaien met nietszeggende woorden zodat niemand het meer kan volgen, en dan in achterkamertjes vuile dealtjes sluiten. 

Bij deze taalvondst – ongeacht de eerste of de tweede versie – is een zinnige observatiie te maken. Wat steevast vergeten wordt is dat boeren vandaag de dag ondernemers zijn, die enkel nog monocausaal en productiegericht kunnen denken en werken, vaak computergestuurd. Ecologie en natuur daarentegen is het uiterste van multicausale processen. De talloze vogelsoorten, insecten, planten, dieren, bodemleven en schimmelsoorten die onderling van elkaar afhankelijk zijn. Beste mensen, laten we eerlijk zijn: de meeste landbouwers – en zeker de grote jongens – hebben de ballen verstand van natuur en ecologie. Ze weten dat je dieren of planten moet voeren en water geven, wat tegenwoordig vrijwel allemaal machinaal en/of computergestuurd is georganiseerd. De boeren weten wanneer de melkfabriek de melk komt ophalen, en wanneer je landbouwgif moet spuiten. Waarbij ze dan meestal enkel de adviezen van de leveranciers volgen. Landbouw en veehouderij is in deze tijd weinig meer dan een logistiek bedrijf, met een ondernemer achter zijn computer. Of vooruit, af en toe ook op zijn tractor. Al zullen dat meestal loonwerkers zijn.

Natuurinclusieve landbouw in de 21e eeuw vrijwel uitgestorven, zeker in het agro-industriële Nederland. Om dit nu toch weer op te pakken is bijzondere kennis van bodem en ecologie nodig, wat de meeste boeren compleet boven hun pet gaat. Over het algemeen wordt ‘natuur’ in de agro-bedrijfsleven in het beste geval getolereerd, op voorwaarde dat het niet in de weg staat en ook compensatie wordt gegeven door de overheid als toch schade ontstaat. Weet u het nog: al die tractoren met borden waarop stikstof een onzinprobleem wordt genoemd? En dat luidkeels wordt geroepen dat het prima gaat met de Nederlandse natuur. En dan nu landbouwinclusieve natuur? Dit akkoord stinkt naar rode diesel.

Trouwens, van ecologie weten wij in het algemeen bijna niks. Ecologie interesseert de meeste mensen niks. Of vooruit, als decor om in te wandelen. Zelfs biologen zijn zelden werkelijk geïntereseerd. Die zijn vaak enkel met hun eigen specialisme of instituut bezig, zonder ook het geheel te overzien. En dat dan weer vaak als bureau- of laboratoriumonderzoeker, zoals één van onze NSC-Tweede Kamerleden. Er moeten immers wetenschappelijke artikelen gepubliceerd worden. Tuurlijk, soorten planten en dieren herkennen lukt nog wel. Maar dan weet je nog niks over de noodzakelijke leefomstandigheden en de onderlinge afhankelijkheden van die dier- en plantgemeenschappen. Generalisten die structureel veldonderzoek doen naar integrale leefgemeenschappen om de bestaande problemen serieus aangepakt te krijgen zijn zeldzaam.

Dit is geen probleem zolang we de natuur – het huis van de planten en dieren in al zijn verschijningsvormen – niet vernielen. We kunnen ook jarenlang een buurman of-vrouw hebben zonder die goed te kennen. We hoeven niet alles te weten. Maar als we de boel gaan vernielen dan wordt het anders. Dan zullen we moeten weten wat we vernielen en wat daarvan de gevolgen kunnen zijn. Je zaagt niet de tak af waar je op zit. Met natuur en ecologie is het heel simpel: zonder een gezonde natuur geen gezond water, geen gezonde bodem en lucht. In een ongezonde omgeving worden ook wij ziek.

Met dit rode-diesel-akkoord wordt feitelijk zoiets gezegd als: Schiphol krijgt de vrije hand om zelf te beslissen over de aanpak van geluidoverlast door vliegverkeer. En dat noemen wij dan geluidinclusief vliegen. Of: de NAM mag beslissen over gaswinning in Groningen, en dat noemen wij aardbevinginclusieve gaswinning. Gaan we nu werkelijk van ons openbaar bestuur een circusvoorstelling maken? Dan ga ik liever naar een echt circus.

Er staan nog meer fraaie puntjes in het akkoord. Bijvoorbeeld het schrappen van de kritische depositiewaarde (KD-waarde) in de wet. Dit is de wetenschappelijke meetlat om de ernst van de stikstofschade te kunnen bepalen. Leuk bedacht om dit te schrappen. Dit is als: de thermometer weggooien zodat je geen koorts meer kan krijgen. Variant op: we stoppen met het meten van geluid bij Schiphol, als oplossing voor de geluidoverlast. Bravo !  

Dit akkoord heeft een groot pluspunt. Het maakt glashelder waar onze agrolobby staat. Ramkoers, gericht op nog meer megastallen, intensivering, industrialisering en daarmee onvermijdelijk een herhaling van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) inclusief de daarop volgende ellende. Ze willen het nog een keer proberen. Tromgeroffel. En dan nu: de salto mortale !

Volgens mij gaat besturen over problemen oplossen, en niet om ze nog erger te maken. Laten we nu maar volstaan met de nuchtere vaststelling dat politiek en realisme een lastige combinatie blijft.

Coalitie-akkoord en stikstof: luchtfietserij en rode diesel