De Raad van State heeft in de bekende PAS uitspraak van 29 mei 2019 GS van Limburg opgedragen uiterlijk 1 februari 2020 een nieuw besluit te nemen in de lopende handhavingsprocedures. Die procedures zijn gestart door Mobilisation en ver. Leefmileu om illegale natuurschadelijke bedrijfsvoering aangepakt te krijgen. Zonder uitleg heeft GS van Limburg dit rechterlijke bevel naast zich neergelegd. Dit roept belangrijke vragen op.
De zaak draait om het gegeven dat het provinciebestuur toelaat dat bedrijven in werking zijn op basis van halve vergunningen. Vindt GS dat particuliere bedrijfsbelangen boven het algemeen belang van behoud van ernstige bedreigde natuurwaarden gesteld kan worden? Vindt GS dat ze niets met de rechter en de rechtsstaat heeft te maken? Vandaag zijn in die zaken in gebreke stellingen aan GS verzonden. GS moet binnen twee weken een besluit nemen. Als niet binnen twee weken een besluit wordt genomen dan zal opnieuw een gang naar de rechter moeten worden gemaakt.
Al in 2012 en 2014 (!) zijn door Mobilisation en ver. Leefmilieu in totaal een drietal verzoeken om handhaving ingediend bij GS van Limburg. In de jaren daarop zijn meerdere soortgelijke verzoeken ingediend bij andere provinciebesturen, waaronder die van Overijssel, Utrecht en Friesland. De verzoeken om handhaving zijn ingediend omdat de ondernemingen voor een groot deel zonder de wettelijke verplichte vergunning in werking zijn. Er is hooguit een vergunning verleend voor de stalemissies, terwijl met bemesten, mestopslag, beweiden en bedrijfstransporten ook belangrijke stikstofemissies optreden. Kortom, er werden (en worden nog steeds) enkel halve vergunningen verleend, met als gevolg dat alle bedrijven met halve vergunningen (het gaat om vele duizenden bedrijven) illegaal in werking zijn. Deze situatie bestaat al tenminste sinds 2005 (in werking treding Wet Natuurbescherming), en strikt genomen zelfs al sinds 1998 (verplichting om Natura 2000 zones te hebben aangewezen en in een goede staat van in standhouding te brengen). Om dit aan de orde te stellen zijn vanaf 2012 een serie verzoeken om handhaving ingediend. Inmiddels acht (!) jaar verder steekt het openbaar bestuur nog altijd de kop in het zand. Dit lijkt niet anders te kunnen worden begrepen als het verzaken van haar wettelijke natuurzorgplicht. En, hierbij moet ook de vraag worden gesteld: kan van een rechtszoekende gevergd worden dat acht jaar procederen tegen het provinciebestuur – met bovendien ongelijke rechtsmiddelen (als David tegen Goliath) – nog niet voldoende is?
De coöperatie en de verening stellen niet dat de bedrijven gesloten dienen te worden. Zij stellen enkel dat geen dan wel een onvolledige vergunning is verleend voor de bedrijfsactiviteiten, terwijl een complete vergunning wettelijk verplicht is. Een halve vergunning is niet alleen slecht voor de natuurbelangen maar bovendien ook onverenigbaar met de behoefte aan rechtszekerheid van de betrokken ondernemingen.
GS van Limburg wees het verzoek om handhaving en het daarop volgende bezwaarschrift medio 2014 af. Daarop is beroep ingesteld bij de Raad van State, die de besluitvorming van GS vernietigde bij uitspraak van 4 februari 2015. Kort samengevat: het provinciebestuur kon niet uitleggen waarom voor stalemissies wel en voor de overige bedrijfsemissies geen vergunning nodig zou zijn. GS werd terug naar huis gestuurd om een nieuw besluit te nemen met in achtneming van de rechterlijke uitspraak.
Op 14 juli 2015 nam GS van Limburg een nieuw besluit, en wees handhaving opnieuw af. De reden voor de afwijzing verschilde nauwelijks van de eerdere afwijzing. Mobilisation en ver. Leefmilieu stapten opnieuw naar de rechter, en kregen opnieuw gelijk. Dit is de bekende en bovengenoemde PAS-uitspraak van 29 mei 2019. Met die uitspraak zou het definitief afgelopen moeten zijn met het speelkwartier, en hoort GS nu strikt en zorgvuldig op treden.
In de PAS-uitspraak (zie geheel onderaan, in het dictum) geeft de rechter het provinciebestuur het uitdrukkelijke bevel om: “uiterlijk 1 februari 2020 met inachtneming van deze uitspraak en hetgeen daarin is overwogen nieuwe besluiten op bezwaar te nemen en deze op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken“
Mobilisation en ver. Leefmilieu hebben hun redelijkheid willen tonen, en zijn niet onmiddellijk op 2 februari 2020 in actie gekomen. Zij waren er stellig van overtuigd dat GS spoedig van zich zou laten horen. Maar inmiddels twee maanden na 1 februari 2020 is nog niets vernomen van het provinciebestuur. Dit laat geen andere keuze dan GS opnieuw te dreigen met een rechtszaak, en is GS vandaag schriftelijk in gebreke gesteld vanwege het negeren van een rechterlijk bevel. Hoe kan een provinciebestuur in functie zijn die inwoners van Limburg aan regels bindt, maar zichzelf boven het recht plaatst? Hoe lang moet het nog duren totdat Provinciale Staten scherp ingrijpen?