De heer Martin Sommer heeft wekelijks een mening, en mag die blijkbaar in een column publiceren in de Volkskrant. Zo schreef hij zaterdag 29 oktober 2021 over stikstof onder de titel ‘Het gezond verstand wijkt voor het grote stikstofgelijk’. Zijn columns zijn doorgaans kritische beschouwingen over ons openbaar bestuur. Met deze column over stikstof is het anders. Dhr. Sommer meent blijkbaar een zinnige bijdrage aan het publieke debat te leveren door ons voor te houden dat stikstof enkel een juridisch probleem is. Hiermee herkauwt hij enkel een denkfout die het openbaar bestuur al gedurende 40 jaar blijft herhalen, en waarvoor een hoge prijs wordt betaald. Een denkfout omdat het echte probleem de natuurschade is. En wat zegt hij dan over natuurschade? Die wordt denigrerend gereduceerd tot ‘plantjes redden’. Is dit treurige denkwerk van Sommer representatief voor het Nederlandse denken over natuur? Is dit hoe wij denken over, en zorgen voor onze duinen, rivieren, bossen, vogels, dieren?
Deze bijdrage van Sommer is tevens als een totale ontkenning te lezen van het belang van natuur voor behoud van gezonde lucht, water en bodem. Moeten we deze opinie het beste simpel afdoen, en hem weg zetten als een van de figuren uit de Couperus-roman ‘Van Oude Menschen En Dingen Die Voorbij Gaan’? Of is er meer aan de hand?
Sommer schrijft: Voor de eeuwwisseling had Nederland zijn zogeheten ecologische hoofdstructuur. Dat waren verbonden natuurgebieden, met ruimte voor economische activiteiten. Dat vond Europa een goed idee en zo ontstond Natura 2000.
De Ecologische Hoofdstructuur is in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan. Het is – zoals wel vaker met beleid – vooral een papieren werkelijkheid gebleven die in de papierversnipperaar is geëindigd. En de ontstaansgeschiedenis van Natura 2000? De Vogelrichtlijn is van 1979. De Habitarichtlijn is van 1992 en een uitwerking van het EU-milieuactieprogramma (1987-1992) voor natuurbehoud en bescherming van de natuurlijke rijkdommen. Gewoon te vinden op internet. Foei, mijnheer Sommer.
Sommer schrijft: Er is veel te doen over de boerenlobby, maar die is ruimschoots verslagen door de natuurlobby.
Natuurlobby in Nederland? Bestaat die dan? Bedoelt Sommer de mensen die met witte handschoentjes en een plakje cake aan burgers, bedrijfsleven en politiek vragen of er een miniscuul beetje meer aandacht voor planten en dieren mag zijn? “Alsjeblieft, enkel een klein beetje meer aandacht. Wees gerust, er hoeft verder niets te veranderen.” Ondertussen zagen we tractordemonstraties tot vervelens toe voorbij komen. En een serieuze demonstratie voor de natuur? In geen velden of wegen. Het probleem is juist dat er geen serieuze Nederlandse natuurlobby (meer) bestaat. Foei, mijnheer Sommer.
Sommer schrijft: België of Duitsland heeft geen stikstofcrisis, maar bij ons stelde het Planbureau voor de Leefomgeving vast dat zelfs als alle koeien in luchtdichte schuren zouden worden opgehokt, de stikstofneerslag nog steeds te hoog is.
Laten we voorbij gaan aan het zwaktebod van selectief citeren uit PBL-rapporten. In België treedt wel degelijk zeer ernstige natuurschade op door stikstof, en ook daar is nu de wal het schip aan het keren. De situatie in Duitsland is lastiger kort te beschrijven omdat daar de veehouderij zich vooral concentreert in Nedersaksen. Maar ook daar spelen soortgelijke problemen. Reden dat het in Nederland sterker speelt dan elders komt door het eenvoudige feit dat de stikstofconcentraties nergens zo hoog zijn dan in Nederland. Foei, mijnheer Sommer.

En zo kunnen we nog (veel) langer doorgaan. Nou, nog eentje dan: het is aan demagogie grenzende onzin waar Sommer zegt dat elke bakker en snackbar de stikstofuitstoot moet bijhouden.
Met veel omhaal van woorden komt Sommer tot zijn eigenlijke punt: een onderzoek van het ministerie van LNV om wellicht 400.000 hectare landbouwgrond een andere bestemming te geven. Let wel: nergens wordt door hem gezegd dat die 400.000 hectare dan een natuurbestemming zouden krijgen. Het zit er dik in dat het onderzoek vooral woningbouw noemt. Dhr. Sommer zit te vitten op natuur zonder ook te zeggen dat op grote schaal landbouwgrond misschien kan worden omgezet in natuur. Opnieuw opletten: het is enkel een LNV-onderzoek. We herinneren ons nog wat er met de plannen voor de Ecologische Hoofdstructuur is gebeurd: bar weinig. En, wat te denken van het gegeven dat in Nederland 2,2 miljoen hectare als agrarisch terrein in gebruik is tegen 500.000 hectare natuur. Hierbij de aantekening dat die 500.000 hectare in de meeste gevallen meerdere bestemmingen hebben zoals recreatie of waterwingebied, en hierbij alles is meegeteld. Dus ook de talloze – vaak natuurarme – kleine grondsnippers. Van deze 500.000 hectare is ca. 300.000 hectare Natura 2000. Bronnen: CBS en Compendium voor de Leefomgeving. Samengevat: in Nederland hebben we 2,2 miljoen hectare landbouwgrond tegen 300.000 hectare wettelijk beschermde natuurgrond.
Het meest kwalijk is dat Sommer geen greintje inzicht toont in de ernst van de ecologische crisis. Er is een overvloed aan rapporten die de ernst van de stikstofschade beschrijven. Bovendien wordt nergens door hem genoemd dat Nederland het meest veedichte land van Europa is en ver daarbuiten. En daarom de omvang van de Nederlandse veestapel onhoudbaar is. Er is een overvloed aan onderzoek die duidelijk maakt dat de Nederlandse veestapel met afstand de voornaamste Nederlandse stikstofbron is (60-65%). En als dhr. Sommer dan zo weinig vertrouwen heeft in juristen dan moet hij maar eens gaan praten met ecologen. Wellicht is Dr. Ir. A.B. van den Burg, of anders Prof. Dr. F. Berendse, of anders Dr. H.F. van Dobben, of anders Dr. R. Bobbink of anders Prof. Dr. J. Roelofs bereid hem bij te praten. Of lees eens een boek. Thimothy Morton, Dark Ecology. Of luister naar de voordracht van Prof. Bruno Latour, ‘The Parliament of Things‘. Ook zijn eigen Volkskrant heeft regelmatig gepubliceerd over de ernst van de natuurschade door stikstof. Blijkbaar leest Sommer zijn eigen krant niet. Zonder huiswerk te doen een column schrijven maakt dat we Sommer moeten wegzetten als een van de romanfiguren uit Couperus ‘Van oude menschen en dingen die voorbij gaan’: een hoge concentratie van omstreden opvattingen, maar redelijk beheersbaar zolang het podium daarvoor beperkt blijft tot de familiekring.
Maar, eerder leverde Nelleke Noordervliet in Trouw ook al een curieuze opinie onder de titel ‘Natuur in Nederland? Herten, wolven en vossen hebben hier Google Maps nodig om de weg te vinden‘, stellend dat ze geen duidelijk verschil ziet tussen Nederlandse natuur en cultuur. Zullen we het haar uitleggen? Er leven niet enkel mensen in Nederland. Natuur is waar planten en dieren hun huis hebben. Mogen planten en dieren ook een plek hebben in ons land? En zo sluit ze haar opinie over de Nederlandse natuur af: ‘met drie paarden roerloos in de grondmist zien staan tegen de donkere duinrand: niets is mooier.’ Voor Noordervliet is vast ook een plekje in de roman van Couperus.
En, mevrouw Rosanne Hertzberger liet zich evenmin onbetuigd in een NRC-column onder de titel ‘Klagen over ‘vervuild’ uitzicht is decadent‘. Daarin wordt natuur afgedaan als ‘cosmetisch groen’. Ze stelt dat bedrijven buiten Nederland ‘slechter, inefficiënter, minder diervriendelijk en vervuilender’ werken. Weet zij dat zeker? En zo ja, drukt zij dat dan uit in eenheid product of vervuiling per hectare? Dat maakt nogal wat uit. En, waarom moet Nederland de tweede landbouwexporteur ter wereld zijn? Cruciale vragen die bij haar onbeantwoord blijven.

Het denken van Sommer, Noordervliet en Hertzberger roept associaties op met de 17e eeuwse kerkelijke ban van Galileï, nadat hij stelde dat de aarde niet het centrum van het heelal is. Deze drie columnisten kunnen blijkbaar geen afscheid nemen van de gedachte dat het leven in Nederland niet enkel om mensen draait. Politici en opiniemakers staan in de rij om alle onzin en complottheorieën te bestrijden over corona. Als er lariekoek wordt verkondigd over het huis van de planten en dieren dan wordt er gezwegen. Er is veel mis met het denken over natuur in Nederland.