Onderdeel van het PAS (Programma Aanpak Stikstof) is geweest dat in totaal ca. 3.500 bedrijven (waarvan het merendeel veehouderij) volgens de provinciebesturen en de minister van LNV zonder vergunning het bedrijf mochten uitbreiden en meer stikstof veroorzaken. Er hoefde geen vergunning te worden aangevraagd: een melding zou volstaan. Dit gaat om bedrijven die enkel vanwege de bedrijfsuitbreiding minder dan 1,0 mol depositie stikstof (mol = neerslagwaarde per hectare voor stikstof) op Natura 2000 zones zouden veroorzaken. Het gevolg van het sneuvelen van het PAS met de bekende Raad van State uitspraak van 29 mei 2019 is dat die 3.500 bedrijven illegaal zijn uitgebreid.
Met de uitspraken ECLI:NL:RVS:2016:2898 en ECLI:NL:RVS:2015:3491 (eveneens rechtszaken van Mobilisation en vereniging Leefmilieu) is in november 2016 vast komen te staan dat PAS meldingen geen rechtsgevolg toekomen. Dit zijn enkele van die zeldzame rechtszaken waarbij MOB en de vereniging om de precedentwerking hoopten ongelijk te krijgen. In beroep werd in die rechtszaken door MOB en de vereniging gesteld dat met een PAS melding ten onrechte een verkapte stikstofvergunning werd afgegeven. Zij wilden zekerheid krijgen dat de meldingen géén verkapte vergunningen waren en dus juridische betekenisloos. Zodat, als het PAS zou sneuvelen, dan ook de PAS-meldingen waardeloos zouden zijn. En, inderdaad werd door de Raad van State met de twee uitspraken in november 2016 geoordeeld dat de PAS meldingen geen juridische betekenis toekomen.
En, zoals bekend is ruim 2 jaar later op 29 mei 2019 het PAS inderdaad gesneuveld. En daarmee ook de PAS-meldingen. De PAS-melders blijken hun bedrijf zonder de wettelijk vereiste vergunning te hebben uitgebreid.
Maar waar gaat dan die Raad van State uitspraak van 27 januari 2021 over, die de aanleiding is voor dit verhaal?
MOB wil uiteraard de beschikking krijgen over die 3.500 bedrijfsadressen. Niet noodzakelijkerwijs om daar handhavingsprocedures over te starten. Al zijn handhavingsprocedures ook niet uitgesloten. De PAS-meldingen zijn nodig om de schade te kunnen opmaken. Om hoeveel stikstof gaat het in totaal? En vervolgens natuurlijk om gesprekspartner te kunnen zijn voor het vinden van een redelijke oplossing, waarin het natuurbelang nu wel recht wordt gedaan. Daarom vroeg MOB al in januari 2019 (!) aan minister Schouten van LNV om alle 3.500 PAS-meldingen. En de minister zei nee. Of, om het iets preciezer te zeggen: ze zei vrijwel nee. Wel werden de stikstofemissies van die 3.500 PAS-melders overlegd. Maar de bedrijfsadressen werden geheim gehouden. Vergelijk het met het oprichten van 3.500 illegale vuurwerkopslagen en vervolgens te weigeren om de exacte adressen bekend te maken.
Wetgeving en jurisprudentie bepaalt glashelder dat emissiegevens openbaar horen te zijn. Zelfs is dit in Europees recht vastgelegd. Zie het Verdrag van Aarhus uit 1998. Bij emissiegegevens hoort uiteraard de emissielocatie. Aan emissiegegevens zonder emissielocatie heb je niks. Er zijn harde woorden gevallen, tot aan rechtsobstructie van de minister toe. Het geheim houden van bedrijfsadressen in milieuzaken verwacht je wellicht van een autoritair regime, niet in Nederland. Zonder openbaarheid geen democratie, geen rechtsstaat. Er is januari 2020 beroep ingesteld bij de Rechtbank. Zie link voor het beroepschrift. En de Rechtbank stelde Minister Schouten op 3 juli 2020 volledig in het ongelijk. Zie uitspraak.
Hierop presteerde de minister het om tegen de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep te gaan bij de Raad van State. Deze inzet van minister Schouten heeft de vertrouwensbreuk nog dieper gemaakt. Het was overduidelijk dat de minister ongelijk zou gaan krijgen. Er was nog maar één verklaring mogelijk: de minster misbruikt het procesrecht om tijd te winnen en de openbaarmaking zo lang mogelijk te traineren. Zie link voor het verhaal van de minister. Zie link voor de pleitnota die namens MOB is uitgesproken.
Op 27 januari 2021 heeft de Raad van State uitspraak gedaan, en minister Schouten is opnieuw volledig in het ongelijk gesteld. De bedrijfsadressen hadden nooit geheim mogen zijn gehouden. De minister heeft hiermee niet alleen een rechtszaak verloren maar ook veel vertrouwen. Twee jaar te laat komen de stukken beschikbaar.
Hoe nu verder? Dat zal sterk afhangen van de opstelling van LTO en andere boerenorganisaties. Het PAS is er gekomen door snoeiharde agrarische lobby tussen 2010 en 2015, in een tijd dat buiten de agrarische sector vrijwel niemand nog met stikstof bezig was. Er is gegokt, hoog spel gespeeld en verloren. Nu is het zaak om de stikstofschade serieus op te ruimen. Bij voorkeur in samenspraak.
De agrarische sector heeft na de PAS-uitspraak van 20 mei 2019 een zware lobby opgetuigd om de PAS-melders gelegaliseerd te krijgen. Of dat gaat lukken valt nog te bezien.
Onderdeel van die lobby is de vermoorde onschuld spelen. De 3.500 PAS-melders zouden te goeder trouw zijn geweest. Maar dat valt nog maar te bezien. Er is tussen 2010 en 2015 door de agrarische sector zwaar ingezet op het PAS er door te krijgen. Inclusief het meldingenstelsel. Uiteraard is het niet redelijk elke PAS-melder individueel verantwoordelijk te stellen voor deze situatie. Maar evenmin kan gezegd worden dat de veehouderijsector als collectief geen verantwoordelijkheid draagt voor de mensen die ze de pro-PAS lobby hebben laten voeren. En, veel PAS-melders hebben hun bedrijf uitgebreid zonder milieumaatregelen terwijl al minstens 40 jaar bekend is dat stikstof ernstige natuurschade veroorzaakt. Kan je in die omstandigheden aanspraak maken op ‘goede trouw’?
Hoe dan ook: de stikstof moet omlaag, en niet verder toenemen. Voor de PAS-melders kan uitsluitend een oplossing komen als onderdeel van een compleet plan waarmee het stikstofprobleem definitief wordt opgelost. En dat complete plan is zelfs bij benadering niet in zicht.
Zie het persbericht van de Raad van State over deze uitspraak
Zie ook de Eenvandaag-uitzending van januari 2020
Zie ook het eerdere blog bericht van 27 april 2020