5 januari 2022

Minister van en voor Natuur

Een nieuw jaar, een nieuwe regering. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. En wat voor kansen ! Drie jaar geleden had vrijwel geen bestuurder – politicus – volksvertegenwoordiger – journalist – belangstelling voor stikstof en natuur. En nu krijgen we plotseling maar liefst twee ministers die over stikstof en natuur gaan. En om het nog ingewikkelder te maken: de ene minister is ‘van Natuur’, en de andere is ‘voor Natuur’. Leg dat maar eens uit.

Ik moet u teleurstellen: hier wordt niet uitgelegd wat het verschil is tussen ‘van Natuur’ en ‘voor Natuur’. Ik heb dat niet bedacht. Wel lijkt te kunnen worden gezegd dat blijkbaar wordt gekozen voor twee kapiteins op één schip. En misschien moeten worden gezegd: drie kapiteins op één schip. Want de minister-president en/of de ministerraad zal ook nog akkoord moeten gaan met wat deze twee minister-kapiteins zullen gaan verzinnen.

En de vraag kan worden gesteld: waarom van de minister voor Natuur en Stikstof niet een staatssecretaris gemaakt? Het antwoord daarop is vermoedelijk dat dit eigenlijk ook de inzet was. Maar het nadeel van een staatssecretaris is dat die niet structureel deelneemt aan de ministerraad. En ze willen de mevrouw voor Natuur en Stikstof blijkbaar wel graag structureel in de ministerraad present hebben. Kortom, het verschil tussen een minister en staatssecretaris is in dit geval hoofdzakelijk een vergaderkwestie. Voorlopig mogen we aannemen dat minister Van der Wal ondergeschikt is aan minister Staghouwer. En minister Staghouwer enkel iets voor elkaar krijgt als hij met zijn stikstofplan de ministerraad overtuigt.

Tot zover de verhoudingen. Dan de inhoud. De kwestie is simpel samen te vatten. In de afgelopen twintig jaar heeft op het thema ‘stikstof en natuur’ Pipo de Clown geregeerd. Denk hierbij aan mensen als dhr. Henk Bleker en dhr. Ger Koopmans. Maar pas op: Pipo de Clown is nog niet helemaal weg. Peter Drenth, gedeputeerde in het Gelderse provinciebestuur levert nog een achterhoedegevecht om de Bleker-Koopmans-doctrine – vergunningen zijn privébezit – in leven te houden.

Als we nu eindelijk politiek zaken gaan doen dan is het volgende aan de hand. Het nu geldende stikstofbeleid is tot in de kern verrot. Maar zelfs nu blijft een deel van de bestuurders treuzelen om af te rekenen met de Bleker-Koopmans-doctrine. Ter vergelijking: vindt u handel in een autorijbewijzen normaal? Zonder autorijlessen en zonder examen je rijbewijs kunnen kopen en verkopen?

Een vergunningstelsel is publiek domein. Daarmee regelt een openbaar bestuur wat geregeld moet worden. Zoals bijvoorbeeld vergunningen voor natuurschade. Als een overheid handel in vergunningen in natuurschade toelaat dan komt dat feitelijk neer op zelfcastratie van het openbaar bestuur. Zeker als in die vergunningen nog veel latente emissieruimte zit. Lees: wel vergunde maar niet ook benutte emissieruimte. Aangezien stikstofemissietoestemming schaars is geworden is die – niet benutte maar wel vergunde – emissieruimte bedrijfskapitaal. Als je toelaat dat die vergunde emissieruimte handelswaar is dan kunnen vergunninghouders geld vangen met hun vergunningen. Lees: handel in natuurschade. Met vergunningenhandel vangt de vervuiler geld.

Het is niet raar dat de veeboeren een boel herrie maken. Ze denken op een pot goud te zitten met hun stikstofvergunningen. Punt is alleen: die vergunningen zijn helemaal niet van de veeboeren. Die vergunningen / die pot goud is publiek domein. Een eigendomsclaim op natuurschade kan niet slagen. Gaat 2022 dan eindelijk het kanteljaar worden dat het openbaar bestuur weer tot bezinning komt en de regie terugpakt? Met andere woorden: afrekent met latente ruimte, intern en extern salderen. Zie ook mijn stikstofwoordenboek. Ik wens ons allen een respectvol politiek nieuwjaar. En met Pipo de Clown waar die thuis hoort: in het circus.

Minister van en voor Natuur