19 mei 2018

Open brief aan TROUW-journalist Emiel Hakkenes

Geachte heer Hakkenes,

U schreef in de TROUW van 19 mei een uitgebreid artikel over onbetrouwbare luchtwassers in de veehouderij. Mijn compliment voor dat artikel.

Kort samengevat schrijft u dat de NLse autoreiteiten meer dan 10 jaar milieutechnieken in de veehouderij heeft toegelaten waarvan het effect meervoudig is overschat, met als gevolg een veel grotere geurbelasting voor de omwonenden. Kortom, de luchtwassers doen niet wat de autoriteiten vele jaren hebben beweerd. Op basis van onjuiste milieufeiten zijn talloze vergunningen afgegeven. Veehouders zijn nu boos omdat ze zich belazerd voelen. [einde samenvatting].

In reactie op het artikel geef ik u enkele opmerkingen mee.

  • De luchtwassers worden door de veeboer gekocht bij luchtwasserfabrikanten. Als die luchtwasserfabrikanten hun vak serieus nemen, dan horen zij te weten wat het werkelijke milieurendement is van die luchtwassers. Als zij dat niet weten, dan is er iets goed mis in die branche. Dan verkopen zij immers apparatuur waarvan zij niet weten wat het waard is. Zouden ook jarenlang op grote schaal tractoren kunnen worden verkocht zonder dat de boeren opmerken dat die tractoren beroerd functioneren?
  • Er hebben jarenlang voorschriften gegolden die de veehouders de plicht oplegden milieurendementsmetingen te doen van de luchtwassers. Veehouders konden weten dat de luchtwassers niet boden wat gesteld werd.
  • Het is al jarenlang een publiek geheim dat de luchtwassers disfunctioneren. In 2009 is zelfs een heus proefschrift verschenen over dit onderwerp: Air treatment techniques for abatement of emissions from intensive livestock production, van R.W. Melse, waarin reeds twijfels werden gesteld bij het milieurendement van de betrokken luchtwassers. En, een enkele luchtwasserfabrikant heeft hierover al jaren geleden aan de bel getrokken. Gaat u maar eens zoeken in de archieven van agrarische pers. Als veehouders stellen dat dit nieuws als een donderslag bij heldere hemel komt is grote onzin.
  • De verontwaardiging van de veehouders moet met een grote korrel zout worden genomen. Er zijn honderden miljoenen Euro’s aan subsidie aan de luchtwassers besteed, tot 33 % van de kosten per luchtwasser. Kortom, aan aanzienlijk deel van de kosten zijn betaald door u en mijzelf.
  • De verontwaardiging van de veehouders zijn te meer krokodilletranen als je de reputatie van de veehouders nader onderzoekt met betrekking hun zorgplicht om de luchtwassers deugdelijk te laten functionenren. De veesector trekt met haar verontwaardiging enigszins een te grote broek aan. En dan druk ik mij voorzichtig uit. Zie o.a. de volgende van overheidswege gepubliceerde rapporten, allen beschikbaar via internet:
  1. Rapport: resultaten Brabantbrede toezichtsaanpak luchtwassers 2011-2012 (2013, Handhavingssamenwerking Noord Brabant)
  2. Naleeftekorten bij luchtwassers in de intensieve veehouderij, Effect op emissie(-reductie) van ammoniak (2012, RIVM briefrapport 609021121/2012 J. Vonk et al.)
  3. Toezicht- en naleeftekorten bij de IPPC branche intensieve veehouderij, Onderzoek naar luchtwassystemen en het effect op de ammoniakemissie (2012, Inspectie Leefomgeving en Transport)
  • Wat sterk opvalt in de reactie van de staatssecretaris is de stiefmoederlijke aandacht voor de gevolgen voor omwonenden en omliggende natuur. Zij zijn de werkelijke slachtoffers. Bij omwonenden (geurhinder) en natuur (ammoniakschade) treedt kennelijk veel meer schade op. Er zijn ca. 1000 (!) van dergelijke onbetrouwbare luchtwassers geplaatst. Nu vast is komen te staan dat de milieugetallen onjuist zijn en zullen moeten worden bijgesteld, zijn herberekeningen noodzakelijk om de juiste milieuschade vast te stellen. Niet de veehouders zijn het slachtoffer, maar de omgeving van de veehouders. De autoriteiten horen nu met gezwinde spoed herziene milieuberekeningen uit te voeren, en alle omwonenden aan te schrijven die op basis van de juiste cijfers in een geuroverbelaste blijken te zitten. En daarvoor een oplossing te vinden. De veehouder heeft zijn vergunning inmiddels op zak, en zijn bedrijf opgericht. Hij verdient nu zijn geld over de rug van zijn omgeving. En, zoals hiervoor al is gesteld: als de veehouder zijn huiswerk had gemaakt, had ie kunnen (en anders: moeten) weten dat de milieuprestaties van de luchtwassers omstreden zijn.
  • Ik wijs u nog op een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 20 december 2017 (ECLI:NL:RBGEL:2017:6442). In die zaak is een veehouder uit Bronckhorst door de rechter aansprakelijk gesteld voor het veroorzaken van ontoelaatbare geurhinder bij zijn buren. Onder ontoelaatbare geurhinder verstaat de rechter alle geurhinder waarbij de wettelijke normen van de Wet geurhinder en veehouderij worden overschreden. Dat de veehouder voor die geurbelasting een vergunning had, ontneemt niet zijn aansprakelijkheid voor die geurhinder. Er zijn met de sjoemel-luchtwassers naar schatting 100-en omwonenden die nu de veehouder aansprakelijk kunnen stellen voor onrechtmatige overlast. En terecht. De veehouder kon (danwel moest) weten wat de milieuprestaties zijn van de door hem geplaatste luchtwassers. Koopt een boer een tractor zonder dat ie weet wat dat die tractor ja dan nee kan? En dan zou een boer wel tonnen (waarvan een deel bovendien gemeenschapsgeld, zie hierboven) besteden aan een luchtwasser zonder dat ie weet wat die waard is? De veehouder is ook zelf verantwoordelijk voor wat ie koopt. En, als hij het daar niet mee eens is dan moet ie verhaal gaan halen bij zijn luchtwasserfabrikant. De vergelijking dringt zich op met de Fibronil-affaire. Ook in die zaak trachtte (of: tracht nog steeds?) de veesector de autoriteiten aansprakelijk te stellen voor de Fibronilschade. Alsof de ondernemer niet zelf verantwoordelijk is voor wie hij uitkiest voor te verlenen diensten. Voor meer info over de rechtszaak, zie: www.foodlog.nl/artikel/varkensboer-moet-omwonenden-schadeloos-stellen-voor-stank/
  • Tot slot, over de natuurschade. Het PAS is mede gebaseerd op mogelijk onjuiste ammoniakemissiecijfers van luchtwassers. Het gaat om naar schatting 1000 luchtwassers, vaak nabij Natura2000 zones. De Aerius berekeningen zullen moeten worden herzien en bijgesteld. De feitelijke ammoniakdeposities zijn dan kennelijk veel hoger dan waar in de Passende Beoordeling bij het PAS van is uitgegaan. Andermaal zal de ontwikkelingsruimte moeten worden bijgesteld. Onvermijdelijk zal moeten worden vastgesteld dan op nog meer punten meer dan 100% van de ontwikkelingsruimte blijkt te zijn uitgegeven. Kunnen de mensen die verantwoordelijk zijn voor het PAS SVP opstaan? Met vriendelijke groet,
Open brief aan TROUW-journalist Emiel Hakkenes