Het is onvermijdelijk geworden om een harde conclusie te trekken. Kwetsbare Nederlandse natuur is nu openlijk tot politieke vijand verklaard door de agrolobby. Zie het bericht van 9 januari 2023 in het boerendagblad Boerderij over de oproep van agrarische organisaties om massaal rechtszaken tegen natuurbescherming te starten, zie link. Natuur is leven. Heeft de agrolobby hiermee ook het leven tot vijand verklaard? Dit is overigens niet voor het eerst dat de agrolobby een radicaal-egoistisch karakter toont. Ook in 2006 en 2012-2014 zijn soortgelijke voorbeelden aan te wijzen. Maar toen lette nog amper iemand op de agrolobby.
Eerst de feiten. Ca. 9% van het Nederlands grondgebied is wettelijk beschermd Natura 2000-gebied. Daarvan zijn grote delen stikstofgevoelig, afhankelijk van van onder meer bodem- en natuurtype. Dit is terug te vinden in drie stappen. Eerste stap is het Van Dobben-wetenschapsrapport Overzicht van kritische depositiewaarden voor stikstof, toegepast op habitattypen en leefgebieden van Natura 2000, zie link. Voor de tweede stap ga je naar de Natura 2000 aanwijzigsbesluiten van de LNV-minister, waarin is bepaald welke natuurtypen in welk Natura 2000 gebied wettelijke bescherming geniet. Zie link. Via die webpagina zijn per provincie de N2000 gebieden, en per N2000 gebied de natuurtypen te vinden die wettelijk zijn beschermd (in ambtelijk jargon: zijn aangewezen). Voor zover stikstofgevoelig zijn die natuurtypen uiteraard weer terug te vinden in bijlage 1 van het hierboven genoemde Van Dobben rapport. In die bijlage 1 staan de Kritische Depositiewaarden (KD-waarde) per natuurtype opgesoms. Voor stap 3 ga je naar het Aerius rekenmodel, zie link. Inzoomend op de kaart en via de knoppenbalk rechts, 2e knop van boven ‘kaartlagen’ kan je via de subknop ‘habitattypen’ de afzonderlijke natuurpercelen van de verschillende stikstofgevoelige natuurtypen per N2000 gebied vinden die in het Aerius rekenmodel zijn opgenomen. Met deze drie stappen kan worden teruggevonden welke natuurtypen op welke percelen wettelijke bescherming genieten en welke stikstofgevoeligheid (KD-waarde) voor dat natuurtype geldt. En, als je in dat menu goed verder klikt dan kan je ook de feitelijke achtergronddepositiewaarde (concentratiewaarde) vinden waar Aerius mee rekent. Want uiteindelijk wil je weten welk natuurtype waar ligt, welke KD-waarde daarvoor geldt en in hoevere die KD-waarde al dan niet wordt overschreden.
Wat is de agrolobby nu aan het doen, en waarom is dat radicaal egoïsme?
Al weer vele jaren geleden (2016 – 2017) heeft de minister moeten vaststellen dat de Aerius natuurtype kaart ernstig onvolledig is. In vrijwel alle Natura 2000 gebieden bleken natuurtypen te ontbreken die feitelijk wel aanwezig zijn. Hierop is op 5 maart 2018 het ontwerpbesluit Aanwezig waarden (het veegbesluit) ter inzage gelegd, zie link. Maar vervolgens trad 4 jaar diepe stilte op: het besluit werd niet definitief gemaakt door de minister. Het waarom hiervoor is natuurlijk een goed onderwerp voor Kamervragen. De Nederlandse authoriteiten zijn in deze jaren in verzuim geweest, en nu komt het lijk uit de kast. Minister Van der Wal heeft nu gedaan wat al veel eerder had moeten zijn gedaan: het ontwerpbesluit afgestoft en definitief gemaakt. Hiermee wordt een meer complete natuurtypekaart in het Aerius rekenmodel opgenomen.
Met deze gecorrigeerde natuurkaart zal meer oppervlak wettelijk beschermde stikstofgevoelig natuur op de Aeriuskaart worden opgenomen. Afhankelijk van de ligging binnen het Natura 2000 gebied en de geldende KD-waarde zal dit de stikstofreductieopdracht verzwaren. Hoe dat precies uitpakt zal per regio verschillen.
Boerenorganisaties roepen nu moord en brand. En roepen daarom op om zich massaal tegen de gecorrigeerde natuurkaart te verzetten, en dit besluit bij de rechter aan te vechten. Zie link. Voor de duidelijkheid opnieuw gezegd: dit besluit is uitsluitend een correctie van de bestaande kaarten waarbij bestaande natuurwaarden worden toegevoegd die eigenlijk al lang op de kaart hadden moeten staan. Deze natuurpercelen hadden nooit mogen ontbreken in de eerste versie van de natuurkaart die tezamen met het PAS op 1 juli 2015 in werking was gesteld.
Met deze actie probeert de agrolobby wettelijke bescherming van bestaande natuur te blokkeren. Blijkbaar is de gedachte hierbij: minder wettelijk beschermde natuur geeft minder beperking voor veehouderij. Het veehouderijbelang wordt hiermee radicaal boven het belang van natuurbehoud geplaatst, ongeacht of dit tot natuurvernietiging kan leiden. Lastig om dit geen radicaal egoïsme te noemen. Maatschappelijk aanvaard ondernemen? License to produce? Verantwoordelijkheid nemen om onze kinderen gezonde natuurterreinen na te laten?
Dit is niet het eerste of enige voorbeeld van radicaal agro-egoïsme. Tussen 2011 en 2014 heeft LTO Noord – een van de belangrijkste boerenorganisaties – tientallen rechtszaken gevoerd tegen de aanwijziging van natuurgebieden als Natura 2000 gebied. De boodschap van LTO-Noord: wij verzetten ons tegen natuurbescherming. Kortom, een variant op waartoe nu wordt opgeroepen. Voor een overzicht inclusief de vindplaats van die rechtszaken, zie link.
Een derde voorbeeld is nog scherper, maar vraagt wat meer aandacht en ook wat kennis van een ander probleem bij veehouderij: varkens- en kippenstank. Wie wel eens langs intensieve veehouderij is gefietst weet dat die stallen geweldig kunnen stinken. Je kan denken; laat ze toch. Maar als rondom die stallen van oudsher mensen wonen dan is het onmenselijk om de buren permanent in de stank te zetten. Om die stank voor omwonenden te reguleren is in 2006 de Wet geurhinder en veehouderij door de Tweede Kamer behandeld. Bij die behandeling van een wet vinden altijd Kamer-debatten plaats. Het aardige van de Tweede Kamer is dat precies kan worden teruggelezen wat in die debatten is gezegd.
In 2006 zaten maar liefst 5 veehouders in de Tweede Kamer, die ook woordvoerder waren voor hun partij over agromilieuzaken. Scheijer-Pierik en Koopmans namens het CDA, Oplaat namens de VVD en Van den Brink namens de LPF. Toen samen goed voor 80 Kamerzetels. Namens de PvdA zat zelfs nog een 5e veehouder in de Kamer. Als u weet dat een stankbelasting van 35 Ou/m3 gelijk staat aan permanent leven in de varkens- of kippenstank (categorie ‘ramen altijd dicht’, geen was buiten kunnen hangen, nooit bezoek omdat gasten klagen over de stank) en het Kamerdebat terugleest wat toen door deze Kamerleden is gevoerd, dan verdampt elke naïviteit over de snoeiharde agrolobby. Door bovengenoemd gezeldschap wordt op het niveau van kroegpraat gesproken over ernstige stankhinder door veehouderij gesproken. Oordeel zelf door de verslagen van die Kamerdebatten te lezen, zie link en link. Mijn toelichting hierbij uit 2018, zie link.
Deze boeren-Kamerleden hebben in 2006 gezamelijk gepleit voor een stankhinderbescherming van 35 Ou/m3 voor alle bewoners in het buitengebied. Met die stankconcentratie zou het platteland onleefbaar zijn. Deels hebben deze Kamerleden zelfs hun zin gekregen, en is deze norm ook in de wet genoemd. Het gevolg is dramatische bestuursrechtsspraak over de stankbeoordeling bij intensieve veehouderij. Immers, met krom recht krijg je ook kromme rechtspraak. De bestuursrechter legt de lat geweldig hoog alvorens wordt ingegrepen in democratisch tot stand gekomen wetten. Hierdoor zijn veel omwonenden van veehouderij ernstig in de problemen komen te zitten, met in een aantal gevallen zelfs ook verhuizingen vanwege de onleefbare stankhinder. Over de Wet geurhinder en veehouderij maakte Zembla een tweeluik met de titel ‘Strijd om Stank. Zie link. Ondertussen waren ook een 16-tal burgers naar de civiele rechter gestapt (nadrukkelijk te onderscheiden van de bestuursrechter) en hebben de Staat der Nederlanden aangeklaagd wegen onrechtmatige daad. En kregen op een belangrijk punt gelijk. Het toelaten door de wetgever van een stankbelasting boven de 19,4 Ou m3 werd door de rechtbank als onrechtmatige daad gekwalificeerd. Zie uitspraak van de Rechtbank Den Haag.
De agrolobby weet zwart-wit te zeggen waar het eigen belang ligt. En toont zich radicaal blind voor andere belangen. Dan kom je bij radicaal egoïsme terecht, zeker nu die agrobelangen in zwaar conflict zijn met publieke belangen. Voor alle duidelijkheid: dit stuk gaat uitsluitend over de politieke agrolobby en niet over individuele boeren. Al kan hierbij niet ongenoemd blijven dat veehouders gemiddeld miljonair zijn. Zie link WUR-website Agrimatie. Veehouders hebben gemiddeld tussen de 2 en 4 miljoen Euro eigen vermogen. Ja, dit is na aftrek van eventuele schulden. Speelt hier wellicht ook dat nare menselijke trekje mee: hoe rijker hoe egoïstischer? Maar de werkelijke agrolobby concentreert zich in het netwerk van en rondom agromultinationals zoals De Heus, Friesland Campina en Vion. Er zijn ook veel boeren die zwijgend ongelukkig zijn met de radicale agrolobby. Uit eigen ervaring kan ik noemen dat met veel individuele boeren een prima gesprek mogelijk is. Zoals wel vaker: een luidruchtige minderheid verpest het voor de meerderheid. Zeldzaam zijn de sectoren waar dit zo sterk speelt als in de Nederlandse veehouderijsector.