Het provinciebestuur van Overijssel krijgt een stevige tik op de vingers van de rechtbank omdat wordt geweigerd de stikstofemissies door het uitrijden van mest aan te pakken. Zie uitspraak. Ongeveer 1/4 deel van alle Nederlandse stikstofemissies zijn afkomstig van het uitrijden van mest. Na de stalemissies zijn de emissies door het uitrijden van mest de grootste stikstofbron. Mobilisation en vereniging Leefmilieu dienden al in 2018 een tiental verzoeken om handhaving in omdat de Overijsselse bedrijven zonder natuurvergunning mest uitrijden. Met de PAS uitspraak van de Raad van State in 2019 over het uitrijden van mest is vast komen te staan dat het uitrijden van mest vergunningplichtig is. Het provinciebestuur weigert sindsdien toepassing te geven aan de uitspraak van de Raad van State. De uitspraak van de rechtbank is daarom geen verrassing. De uitspraak roept wel scherpe vragen op over het institutioneel gevaarlijke optreden van het provinciebestuur.
– Institutioneel gevaarlijke optreden
Het provinciebestuur moet weten dat ze op spekglad ijs zit. Lopende de behandeling van het beroep heeft de provincie het oorspronkelijke weigeringsbesluit tot maar liefst 3 keer toe gewijzigd. Keer op keer bleef de weigering om optreden ongewijzigd, maar steeds met een wat andere verhaal / motivering. De rechtbank heeft een rode streep door al die verhalen gezet en de provincie nu verplicht om binnen 8 weken een correct nieuw besluit te nemen. Het weigeren van het provinciebestuur roept vragen op over het functioneren van het provinciebestuur. De essentie van een rechtsstaat is dat ook het openbaar bestuur is gebonden aan rechtsregels. Als het provinciebestuur weigert uitvoering te geven aan uitspraken van de rechter dan is dit als een bijl aan de wortels van de rechtsstaat.
– Halve stikstofvergunningen
Mobilisation en vereniging Leefmilieu zijn deze procedures gestart omdat het provinciebestuur structureel halve vergunningen verleent voor met name melkveehouderij. Melkveehouderij is in de meeste gevallen grondgebonden veehouderij. Dat betekent dat het bedrijf zelf het veevoer verbouwt voor de dieren, zoals gras, mais en/of voederbieten. Voor het kunnen verbouwen van veevoer moet mest worden uitgereden. Omdat de agrarische percelen vaak nabij natuur liggen is een beoordeling noodzakelijk van de stikstofemissies die daarbij optreden. Omdat de emissies door bemesting ca. een kwart van de totale Nederlandse emissies vertegenwoordigen raakt dit aan de kern van het stikstofprobleem.
Het provinciebestuur blijft echter volhouden dat enkel de stalemissies vergunningplichtig zijn, en voorbij kan worden gegaan aan de emissies door het mestuitrijden. Mobilisation en vereniging Leefmilieu verwijt het provinciebestuur halve vergunningen te verlenen door enkel naar de stalemissies te kijken en daarbij niet ook de overige bedrijfsemissies te betrekken. Zie ook het persbericht van de rechtbank.
– Meer procedures in andere provincies
Mobilisation en vereniging Leefmilieu hebben soortgelijke procedures in andere provincies lopen, waaronder Limburg, Utrecht, Noord Holland, Friesland en Drenthe. De Rechtbank Utrecht zal binnenkort ook een uitspraak doen over soortgelijke beroepen op soortgelijke besluiten van het Utrechtse provinciebestuur. Zie ook de blog bijdragen “Limburg negeert rechterlijk bevel PAS uitspraak, deel I”, deel II en deel III.