De heer Jaspers wil met zijn boek ‘De Stikstoffuik’ een steen in de vijver gooien. Niet alleen de politiek, maar ook de wetenschap en rechterlijke macht worden bij het grofvuil gezet. Over meerdere mensen, waaronder zelfs ook wetenschappers, wordt schamper gesproken. Het lijkt nog het meest op een polemisch pamflet. Is het een geslaagde polemiek?
Jaspers pretendeert genoeg kennis te hebben van ecologische wetenschap, van rekenmodellenwetenschap, van bestuursrechtspraak en van politiek bestuur om het allemaal neer te maaien. Zijn belangrijkste stelling: de ecologische wetenschap zit er grandioos naast met de stelling dat het slecht gaat met natuur als gevolg van de hoge stikstofconcentraties. Nederlandse natuur is “voor het grootste deel zeer vitaal” (pg. 34 en 94). De Kritische Depositiewaarde (KD-waarde) is “een slag in de lucht” van wetenschappers (pg. 51), “overschrijding van de KD-waarde zegt in de praktijk weinig over de toestand van natuur”. “Aerius wordt gebruikt als stikstoforakel” (pg. 25 en 76).
Na 50 jaar internationaal wetenschappelijk onderzoek de les te hebben gelezen trekt hij ten strijde tegen de ‘dogmatische rechters’, die recht spreken “zonder oog voor de maatschappelijke schade”. Ze zouden een verkeerde lezing geven van het Europese recht en niet snappen dat het Aerius stikstofrekenmodel onbruikbaar is (pg. 18). Vervolgens wordt het openbaar bestuur onder handen genomen. “Absurd beleid”, en “losgezongen van de realiteit” (pg. 120). De stikstofkwestie is weinig meer dan een “verzonnen probleem” dat is ontstaan door een onjuiste lezing van Europees recht, te herleiden tot een kleine groep mensen voor wie “biodiversiteit een afgod is geworden” (pg. 13). De stikstofkwestie is daarom een grote vergissing, een fuik waar we uit moeten zien te komen. En, mensen zonder natuurwetenschappelijke kennis missen de basiskennis om over stikstof na te denken (pg. 96).
Als je hoog van de toren blaast dan moeten de feiten op orde zijn
Polemiek als stijlfiguur kan interessant en ook nuttig zijn in maatschappelijke kwesties om de verschillende standpunten scherp gesteld te krijgen. Overdrijven en een eenzijdig standpunt zijn dan een plicht, met daarbij liefst ook wat rake karikaturen. Maar hierbij gelden wel twee harde voorwaarden. De belangrijkste is uiteraard dat de feiten moeten kloppen. Naarmate hoger van de toren wordt geblazen, is de val dieper als onzin wordt verkocht. Een tweede voorwaarde voor een goede polemiek is dat overtuigend een publiek belang wordt gediend.
Voor wiens belang strijdt Jaspers? Dat blijft onduidelijk. Wel is duidelijk dat hij precies (na)zegt wat de veehouderijlobby graag hoort. Hij geeft ze een aai over de bol met te zeggen dat boeren door de publieke opinie quasi-racistisch worden gestigmatiseerd (pg. 12).
Wat Jaspers niet vermeldt: veehouders gemiddeld miljonair, zie link. Feitelijk verdedigt Jaspers het belang van miljonairs en miljardenbedrijven, zoals De Heus, Van Drie, Vion, Friesland Campina enz. Dat mag, maar kom daar dan eerlijk voor uit. Het aantal mensen dat megastallen en (intensieve) veehouderij een belangrijk publiek belang wil noemen schat ik laag in.
Wellicht strijdt Jaspers (ook) voor gezond verstand? Gezond verstand is natuurlijk goed. De nuchtere feiten laten spreken. Dat brengt ons bij de belangrijkste voorwaarden voor een geslaagde polemiek. Als je hoog van de toren blaast dan moeten de feiten op orde zijn.
Jaspers maakt het ons makkelijk. Hij geeft 4 hoofdstellingen (pg. 13).
A. De stikstofcrisis gaat niet over uw gezondheid.
B. De stikstofcrisis heeft niets te maken met klimaatverandering.
C. De stikstofcrisis wordt niet afgedwongen door Europese regels.
D. Door de stikstofcrisis gaat de natuur in Nederland niet omvallen. Niet over een jaar en ook niet over tien jaar. Overbelasting met stikstof is nadelig voor een deel van de natuur in Nederland, maar herstel blijft in principe altijd mogelijk.
Vier keer mis.
Ad A. De stikstofcrisis gaat niet over uw gezondheid.
Vooruit, enkel juridisch bezien heeft hij een beetje gelijk. De Habitattichtlijn en Wet natuurbescherming gaan vooral over ecologie. Maar zijn stelling is even zinnig als te zeggen dat darmen geen longen zijn. Ze zijn ondertussen wel beide nodig om te blijven leven. Hoge stikstofconcentraties zijn feitelijk wel degelijk ook een bedreiging voor de gezondheid. Zie het VN rapport Our Nutrient World: The challenge to produce more food and energy with less pollution (2013). En let op: dit is geen Nederlands rapport, en inmiddels al 10 jaar geleden gepubliceerd. Een van de vele genoemde feiten is dat ammoniak een belangrijke bron van fijnstof is. Maar belangrijker, dhr. Jaspers lijkt niet te (willen?) zien dat ecologie en biodiversiteit een voorwaarde zijn voor gezonde lucht, bodem en water. Misschien pareert hij dit met te zeggen dat het prima gaat met de Nederlandse natuur. Zie punt 4.
Ad B. De stikstofcrisis heeft niets te maken met klimaatverandering.
De Nederlandse stikstofkwestie heeft alles te maken met het feit dat Nederland het meest veedichte land is van Europa, en zelfs ver daar buiten. Jaspers laat ongenoemd dat veehouderij een belangrijke rol speelt in klimaatverandering, vanwege methaan- en lachgasemissies. Zijn stelling verliest geloofwaardigheid door eerst te klagen dat eenzijdige aandacht bestaat voor stikstof om daarna zelf eenzijdig voorbij te gaan aan het gegeven dat veehouderij een belangrijke rol speelt in de klimaatverandering. Ter geruststelling van onze polemist: de inzet bestaat om met stikstofreductie ook klimaatdoelstellingen te realiseren. Alleen al vanwege de extreem grote Nederlandse veestapel zijn stikstof en klimaat niet te scheiden. Bovendien zullen veehouders willen weten waar ze aan toe zijn. Zowel klimaat als ecologie maken maatregelen in de veehouderijsector onvermijdelijk. Het zou erg dom zijn om die maatregelen niet samen te pakken. We kunnen het ons niet permiteren dat de klimaathand niet weet wat de stikstofhand doet.
Ad C. De stikstofcrisis wordt niet afgedwongen door Europese regels.
Stikstof veroorzaakt ernstige ecologische schade. De juridische problemen volgen uit het meer dan 40 jaar onopgelost laten van die stikstofschade. Het wegnemen van die schade is in de eerste plaats onze plicht naar volgende generaties. We hebben ‘de blanke top der duinen’ correct over te dragen aan de volgende generatie in plaats van die te asfalteren, zoals Jaspers provocatief suggereert (pg. 40). En dan over onze Europeesrechtelijke plichten: we hebben de plicht de Natura 2000 gebieden in gunstige staat brengen, en te houden. A propos: waarom is dit niet al lang geregeld door de generatie van Jaspers (1958)? Aan deze wettelijke plicht zit tevens de plicht om natuur in een slechte staat niet nog slechter te maken. Ongeacht of dit stikstof, verstoring, hydrologie, versnippering of pesticiden betreft. Op basis van 50 jaar wetenschappelijk onderzoek bestaat ruimschoots zekerheid over schadelijkheid van stikstof voor natuur. Daaruit volgt de Europeesrechtelijke plicht om 1. die schade aan te pakken, en 2. die schade niet ernstiger te maken door nieuwe stikstofbronnen toe te laten zonder dat eerst een robuust reductiebeleid in werking is gebracht. Dit had al minstens 20 jaar geleden moeten zijn gebeurd. We hebben de laatste 20 jaar op de pof geleefd en betalen daarvoor nu de rekening. De oplossing van Jaspers: verscheur de aanmaningen. Ook dit zal hij verdedigen met te ontkennen dat een stikstofprobleem bestaat. Zie punt 4.
Ad D. Door de stikstofcrisis gaat de natuur in Nederland niet omvallen.
De vierde stelling is de kurk waarop het complete verhaal van Jaspers drijft. Hij ontkent de ernst van het ecologische stikstofprobleem. Waar geen probleem is hoeft uiteraard ook geen probleem opgelost te worden. Een waarheid als een koe.
Om dit te onderbouwen vergelijkt hij gewervelde diertellingen van 1990 met diertellingen van 2020. Omdat die aantallen vrijwel gelijk zijn gebleven zou er volgens hem geen serieus stikstofprobleem bestaan. Hier gaat iets mis. Stikstof is in de eerste plaats een floraprobleem. Diertellingen zijn geen goede referentie voor ecologische schade door stikstof. Maar belangrijker, hij houdt niet overeind dat de Nederlandse natuur in 1990 wel in een goede staat was. Het tegendeel is juist. Ook toen gingen de alarmbellen al af over de staat van de natuur.
Op basis van een onzinnige vergelijking meent Jaspers 50 jaar internationale wetenschap bij het grofvuil te kunnen zetten. Hij verwerpt de rapporten ‘Stikstof en Natuurherstel (2021)’, zie link. En het vervolg daarop, ‘Herstelbaarheid van door stikstofdepositie aangetaste Natura 2000-habitattypen: een overzicht (2022)’, zie link. En ‘Ammoniak in Nederland (2009)’, zie link. En nog vele andere rapporten. In al die rapporten staan weer referenties, zoals gebruikelijk in serieuze wetenschap. Intrigerend dat onze polemist denkt dit allemaal eventjes van tafel te kunnen komen vegen. Hij schrijft (pg. 34): “De realiteit is dat er volop natuur in Nederland is, die voor het grootste deel zeer vitaal is en in menig opzicht nog steeds verbetert.” En: “biodiversiteit is een afgod geworden” (pg 13). Veel wordt duidelijk waar hij schrijft: “De Nederlandse burger moet de discussie terugpakken van de stikstoflobby over welke natuur we willen in dit land, en tegen welke prijs,” (pg. 18).
Blijkbaar denkt de auteur dat er iets te kiezen valt over natuur. Als we dan toch polemisch bezig zijn, dan wens ik Jaspers naar de maan. Dat ie daar zijn eigen natuur gaat kiezen. Blijkbaar wil Jaspers niet zien dat mensen een product zijn van natuur, en afhankelijk zijn van natuur. Dat de natuur ons maakt in plaats van andersom. Hij zegt natuurkundige te zijn. Dat is de studie van ‘dode’ natuur. Is hem wellicht ontgaan dat ecologie en biologie toch heus de studie van levende natuur betreft? We moeten vaststellen dat hier twee opvattingen botsen, die elkaar ook uitsluiten. Aan u als lezer om een keuze te maken: kan de mens afhankelijk of onafhankelijk leven van natuur?
Er rest hooguit een – flinterdunne – gemeenschappelijke basis met een tweede waarheid als een koe: Natuur is veranderlijk, en niet statisch. In essentie verdedigt onze polemist het in elkaar laten klappen van veel leefgemeenschappen door te zeggen dat frambozenstruiken en brandnetels ook natuur zijn.
Het probleem met Jaspers is dat hij niets weet van ecologie, biodiversiteit en de voorwaarden voor behoud daarvan. Dat mag, je kan niet overal verstand van hebben. Maar hij weigert vervolgens om iets te willen aannemen van de vele biologen die internationaal al meer dan 50 jaar hard werken om de ernst van de kwestie zo goed mogelijk te onderzoeken.
Juristen zijn nooit de echte deskundigen. Ze horen deskundigen te kunnen begrijpen, en een goede onzin-detector te hebben. Met flauwekul win je doorgaans geen rechtszaken. En zeker geen lange serie rechtszaken. De stellingen van Jaspers over de staat van de Nederlandse natuur en de rol van stikstof is weinig meer dan selectief bij elkaar gesprokkelde gelegenheidsargumentaties, die ecologen veel beter kunnen weerleggen dan ondergetekende. Het zou zou erg vriendelijk zijn als ecologen daartoe nog bereid zijn, nadat Jaspers zo schamper en respectloos over hun werk heeft geschreven.
Conclusie: het verhaal van Jaspers drijft volledig op de stelling dat stikstof geen serieus probleem is. Dit baseert hij hoofdzakelijk op een vergelijking van diertellingen van gewervelde dieren tussen 1990 en 2020. Maar, het stikstofprobleem is in de eerste plaats een floraprobleem. Aan gewervelde dieren tellen heb je niet veel. Bovendien kan hij niet waar maken dat de Nederlandse natuur in 1990 wel in een goede staat was. Jaspers boek is een harde ontkenning van 50 jaar internationale samenwerking van honderden wetenschappers.
Als hij ongelijk heeft, en stikstof wel degelijk een ernstig ecologisch probleem is, dan blijft van de rest van zijn verhaal niet veel over. Hij kan dan blijven mopperen over Aerius, de KD-waarde en de rechtspraak, maar dan zullen die stikstofdeposities toch echt omlaag moeten. En daarbij zijn dan onvermijdelijk criteria te stellen en keuzes te maken. Zou hij dan ook gaan ontkennen dat het verstandig eerst te kijken naar grote emissiebronnen op korte afstand van Natura 2000? Let wel, Aerius is weinig meer dan een depositierekensom van emissie en afstand. En de KD-waarde is weinig meer dan een criterium die per natuurtype een indicatie geeft van de stikstofgevoeligheid. Zou Jaspers ook zijn thermometer weggooien als hij met een griep in bed ligt?
Tien keer mis
Hierna een serie van nog 10 onjuistheden in het boek. Met meer tijd zou deze lijst nog langer zijn te maken. Precies zijn kost tijd. Gegeven de lange lijst onjuistheden moet Jaspers zijn boek in grote haast hebben geschreven.
1. Onjuist is de stelling dat buitenlandse experts geen rol spelen in het stikstofbeleid (pg. 17) of dat de KD-waarde een Nederlands idee is (pg. 92). Reactie: De KD-waarde wordt wetenschappelijk internationaal erkend. Zie bijlage 4 bij ‘Overzicht van kritische depositiewaarden voor stikstof, toegepast op habitattypen en leefgebieden van Natura 2000’, zie link. Ook de EU heeft de KD-waarden aanvaard als een van de indicatoren voor de gunstige staat van instandhouding.
2. Onjuist is de stelling dat de KD-waarde als criterium voor vergunningverlening ook in de wet staat (pg. 124). Reactie: Enkel staat de KD-waarde in de wet als criterium voor een te behalen reductiebeleidsdoel en niet ook als criterium voor vergunningverlening. Jaspers ziet de KD-waarde graag als risico-indicator. Dan gaan we hem nu wellicht gelukkig maken. Dat is namelijk precies hoe de bestuursrechters al vele jaren de KD-waarde toepassen.
3. Onjuist is de stelling dat wensnatuur een rol speelt in het stikstofbeleid (pg. 98). Reactie: Jurisprudentie biedt geen bescherming aan sprookjesnatuur, maar enkel aan natuurwaarden die tussen 1994 en 2004 in Nederland aanwezig zijn. Zie ook het volgende punt.
4. Onjuist is de stelling dat het Nederlandse natuur uit 1900, laat staan 1700, enige rol speelt in de stikstofzaken (pg. 15 en 98). Reactie: Jurisprudentie stelt al sinds jaar en dag het moment van aanwijzen van het Natura 2000 gebied als beoordelingscriterium. Dit is vrijwel altijd een jaartal tussen 1994 en 2004. Beweren dat natuur uit 1700 of 1900 een rol speelt in de stikstofpolitiek is demagogie.
5. Onjuist is de stelling dat de stikstofkwestie pas sinds 15 jaar zou spelen (pg. 13) of dat vóór 2019 nergens een stikstofcrisis heeft gespeeld (pg. 62). Reactie: Zie bijvoorbeeld het Trouw-artikel van 21 januari 1993 ‘Raad van State kiest voor milieu’. Wijzig de datum van het artikel naar 2019. Dan had het artikel vrijwel ongewijzigd in 2019 opnieuw gepubliceerd kunnen worden. Heeft hij dan werkelijk niet in de gaten dat stikstof niks anders is dan wat dertig jaar geleden ‘zure regen’ werd genoemd? Het is oude wijn in nieuwe zakken. En nu een stinkende wonde vanwege zachte heelmeesters.
6. Onjuist is de stelling dat in de jaren negentig het bij niemand opkwam om stikstofvergunningen aan te vechten (pg. 50). Reactie: Werkgroep Behoud de Peel (door Jaspers beschuldigd van het afschieten van giftige pijlen, (pg. 26)) deed al in de jaren negentig precies wat ze in 2019 deed: aanvechten van vergunningen van landbouwbedrijven.
7. Onjuist is de stelling dat onwetenschappelijk micromanagement wordt gevoerd door de grenswaarde van 0,07 gram te hanteren (pg. 30) en dat het een puur rekenkundig, willekeurig criterium betreft (pg. 79). Reactie: Ter informatie: 0,07 gram staat gelijk aan 0,01 mol depositie (zuurequivalenten per hectare per jaar). Jaspers draait hier de boel om. Het is niet aan een natuurorganisatie om aan te tonen dat 0,07 gram wel gevolgen heeft. Het is aan de vergunningaanvrager om aan te tonen dat het 0,01 mol (of meer) geen gevolgen heeft. Hiervoor bestaat een prima argument. Vrijwel alle stikstofdeposities bestaan uit heel lage waarden, wat het gevolg is van het uitzonderlijk grote verspreidingsbereik. Het probleem zit in de optelsom van geweldig veel kleine depositiewaarden. Een hogere grenswaarde stellen dan 0,01 mol is zeker wel mogelijk, mits gelijktijdig een robuust reductiebeleid loopt die de optredende cumulatieve depositietoenames onder die grenswaarde compenseert. Immers, naarmate je meer vrij toelaat onder een grenswaarde moet worden gewaarborgd dat toch geen toename optreedt. Aangezien het Nederlandse openbaar bestuur dat al niet voor elkaar krijgt, ontbreekt een fundament voor een hogere grenswaarde. Het stikstofbeleid zit uitsluitend vast op onvermogen tot beleidskeuzes die garant staan voor serieuze reducties.
8. Onjuist is de stelling dat tot 2017 de grenswaarde 14 gram stikstof (per hactare per jaar) gold (pg. 121). Hooguit zou met wat smokkelen kunnen worden gezegd dat tussen 2015 en 2019 – de periode dat het PAS van kracht was – de grenswaarde van 0,05 mol heeft gegolden, wat overeenkomt met 0,35 gram. Maar die grenswaarde is dus door de rechter in 2019 ongeldig verklaard. De grenswaarde van 14 gram is nooit geaccepteerd geweest. Het is mij een raadsel waar Jaspers zich op baseert.
9. Onjuist is de stelling dat de Nitraatrichtlijn en de derogatie betrekking hebben op ecologie en Natura 2000 (pg. 70). Reactie: De Nitraatrichtlijn gaat over de kwaliteit van bodem en grondwater. De nitraatrichtlijn en de geschrapte derogatie – waardoor minder mest mag worden uitgereden – zijn een verhaal apart, dat hier niet in enkele zinnen kan worden besproken. Een simpele waarheid is dat naarmate minder mest op de bodem wordt uitgereden daarmee ook minder bodem, grond- en oppervlaktewater worden vervuild. Indien hier tegenin wordt gebracht dat minder mest uitrijden zal worden opgevuld met meer kunstmest uitrijden dan hebben we blijkbaar te maken met mensen die star vasthouden aan hun bestaande productie, en de milieuproblemen ontkent. Maar dat is ongetwijfeld een kleine minderheid onder de agrariërs.
10. Onjuist is de stelling dat stikstof in het buitenland niet of nauwelijks speelt (pg. 66). Reactie: Ecologische schade door stikstof wordt hier verwisseld met wettelijke beperkingen. Probeert Jaspers hier nu te zeggen dat de Toeslagenaffaire pas bestond sinds het serieus politiek ging spelen in de Tweede Kamer? Idem Tatasteel en aardbevingen Groningen? Overigens, in Vlaanderen speelt de kwestie wel degelijk, wat Jaspers ook toegeeft (pg. 63). En een vergelijking met de Duitse en Deense stikstofgrenswaarde is uitsluitend zinvol indien ook het complete Duitse of Deense stikstofreductiebeleid wordt genoemd. Zie het vorige punt. Een hogere grenswaarde is enkel mogelijk in combinatie met robuust reductiebeleid. De stelling dat in andere landen (Italiaanse Po-vlakte, Bretagne – Frankrijk) niet ook veel stikstofrechtszaken spelen en/of stikstof geen politiek thema is, bewijst niet dat stikstof daar geen ecologisch probleem geeft. Overigens speelt in Bretagne al decennia een ernstige blauwalgenplaag met ook doden tot gevolg, wat in verband wordt gebracht met de Bretonse veehouderij (Les Algues Vertes). In India zouden de stikstofconcentraties nog ernstiger zijn. Prima om ook naar andere landen te kijken, maar geen overtuigend argument om te zeggen dat in Nederland geen serieus probleem speelt.
Op de man spelen
Jaspers weet blijkbaar geen rake karikatuur te bedenken. Hij speelt op de man door de integriteit in twijfel te trekken van de kring van mensen rond MOB, die overigens uit veel meer mensen bestaat dan enkel Vollenbroek. Zijn persoonlijke aanval wemelt van de fouten. Ter verdediging voert hij aan dat hij blind wil vertrouwen op de juistheid van eerder gepubliceerde artikelen in de media, die heel toevallig uitsluitend uit landbouwpublicaties bestaat. Dit roept het sterke vermoeden op dat Jaspers niet oprecht is, maar enkel wil beschadigen. Kortheidshalve verwijs ik naar de open brief die eerder door MOB aan Jaspers is gestuurd.
Ecologische kennis
Laten we op één punt wel met Jaspers meegaan. Onze (wetenschappelijke) kennis van ecologie kent inderdaad serieuze grenzen en leemtes. Zo veel als we weten over ziekten en gezondheid van mensen, zo weinig lijken wij te weten van ander biologisch leven. Met (landbouw)huisdieren komen we nog een aardig eind, maar dat komt vooral omdat daar geld aan verdiend kan worden. Ondertussen durven veel mensen vol te houden dat in de intensieve veevouderij en slachthuizen prima met dieren wordt omgegaan. En je huisdier vertroetelen en gelijktijdig plofkippenvlees in de winkel kopen, roept stevige vragen op. En, honderden miljoenen dieren naar het slachthuis voeren, maar o wee als een wolf een schaap te grazen neemt. De omgang van mensen met dieren ligt niet erg lekker, en dit is een direct gevolg van onze beperkte kennis van dieren.
In de natuur zijn ontelbare aantallen levensvormen (flora en fauna) te vinden, met elk hun eigen specifieke overlevingsvoorwaarden. Ons ontbreekt geweldig veel kennis over al die te onderscheiden levensvoorwaarden. Maar op sommige punten weten we inmiddels aardig wat. Daaronder het gegeven dat door langdurig hoge stikstofconcentraties veel natuurwaarden kunnen verdwijnen. En dan komt Jaspers ons eventjes vertellen dat dit geweldig wordt overdreven? Een vreemde stellingname voor iemand die zich beroept op zijn wetenschappelijke opleiding. Bij mijn beste weten is wetenschap de inventarisatie van wat je niet weet versus wat je wel weet. Hoe zit dat bij Jaspers?
De belangrijkste grafiek die Jaspers niet toont
Jaspers laat veel grafieken zien. Grafieken zijn nuttig, mits ze goed lezen gelezen en begrepen kunnen worden. Op pg. 12 toont hij een grafiek die de daling van stikstofdepositie toont sinds 1990. Hij laat niet ook zien dat de deposities fors boven de KD-waarde blijven steken. In de onderstaande grafiek wordt die grafiek ook getoond, met daarin de KD-waarde van 1.100 mol voor Droge Heide. Zie de witte stippellijn in de eerste grafiek. En dat is nog niet eens de laagst bekende KD-waarde van ca. 400 mol. De belangrijkste grafiek die Jaspers niet toont is de grafiek waarin de stikstofcumulatie in de bodem wordt getoond boven de KD-waarde. We zullen nog vele decennia te maken hebben met de cumulatieve ophoping van stikstof in de bodem van de afgelopen decennia. Het gaat minimaal decennia duren voordat die schade weer enigszins herstelt. Vergelijk het met obesitas. Een beetje minder veel te veel eten is geen oplossing. De stikstofschade wordt enkel serieus aangepakt als de tweede grafiek een dalende trend vertoont.
Tot slot, ideologie
Jaspers rest slechts één uitweg. Hij kan als zijn persoonlijk mening blijven volhouden dat de stikstoflobby een ideologie is die van geen wijken wil weten, met biodiversiteit als afgod en Aerius als orakel. Ik wens hem veel genoegen met zijn sprookje. Dan reken ik er wel op dat hij niet bij de Steve Bannon-school hoort, waar wordt geleerd dat inhoud niet terzake doet en het puur draait om aandacht trekken door herrie te schoppen. Jaspers is toch wars van ideologie?