4 mei 2018

Verslag rechtszitting 3 mei EU Hof van Justitie te Luxemburg

Kort samengevat: weinig nieuws, en dat is wellicht goed nieuws.

Het gebouw van het EU Hof van Justitie is gevestigd in een kolossaal en enigszins onmenselijk gebouw in een buitenwijk van Luxemburg- stad. Een rechtszaal bijna zo groot als een voetbalveld, met aan weerszijden vertaaldienst-hokken. Alle EU-talen moeten kunnen worden gesproken en verstaan, elke taal heeft een eigen simultaan-vertaalhok. De 5 rechters en advocaat-generaal zitten onbereikbaar voor alle partijen op grote afstand, op een hoog podium en achter een zware balie. De rechters zijn afkomstig uit Finland, Roemenië, Slovenië, Nederland en Litouwen.

De voornaamste voertaal op de rechtszitting is Nederlands, maar de procestaal Frans. De vertaaldienst moet alles wat gezegd wordt simultaan vertalen. Dat betekent langzaam praten. Dat ging niet altijd goed, ook niet bij mij. En dat terwijl ik mij nog zo stellig had voorgenomen l.a.n.g.z.a.a.m. te praten Een scherpe oefening in openbaar presenteren. Daarbij komt ook nog dat elke rechtbank weer eigen procesregels heeft, waarvan je van te voren niet precies weet hoe die worden toegepast. Kortom, dit alles geeft de nodige ruis.

Naast MOB en Ver. Leefmilieu is ook Stg Behoud de Peel partij, en voeren het woord. Verder ook pleidooien van Nederland, de Europese Commissie en Denemarken. Andere EU-landen hadden zich ook partij kunnen hebben gesteld, maar hebben dat niet gedaan. Ook de betrokken 9 veehouderijbedrijven zijn absent. Alle aanwezige partijen hebben 20 minuten spreektijd.

Iedereen heeft zijn of haar verhaal gehouden. De verwachting was dat daarna de werkelijke behandeling zou plaats hebben, en er (scherpe) vragen zouden worden gesteld door de rechters. Maar dat gebeurt nauwelijks. Een soort anti-climax. De spannendste vraag is dan nog gesteld aan de NLse regering door Advocaat-Generaal Kokott. Haar rol is om advies uit te brengen aan de rechters over de zaak. Kokott vraagt of de kritische depositiewaarden inderdaad worden overschreden bij de betrokken Natura 2000 zones. Maar hoe spannend is die vraag nou eigenlijk? De NLse regering kan natuurlijk onmogelijk ontkennen dat de KD-waarden worden overschreden. Maar, zoals we al weten: regeringen mogen liegen en halve waarheden vertellen. De Nederlandse regering reageerde op de vraag van Kokott met de stelling dat het antwoord genuanceerd ligt (…) :

“Niet de overload aan stikstofdepositie is schadelijk, maar de gevolgen van die stikstofdeposities. Als we die gevolgen van de stikstofdepositie kunnnen wegnemen, dan is er geen urgent probleem. We nemen de gevolgen van de stikstofdepositie weg met acties als plaggen en maaien, dus kunnen we spreken van een voldoende hanteerbaar probleem.”

Een eerloze vertoning. Als een echo uit de tijd dat CDA en VVD het natuurbeleid hadden gekaapt en binnen die partijen het standpunt weer was gekaapt door varkensboeren en ponyfokkers. Met een niet nader te noemen PvdA-kamerlid in de Judasrol, en – vooruit – dan ook nog wat rondhupppelende Groen Links-kamerleden die liever lammetjes tellen dan serieus aan de slag gaan. En om het plaatje dan maar verder compleet te maken: Natuurmonumenten komt ons hups vertellen over Nederlandse Oerrrnatuur en Natuur & Milieu stuurt met subsidie van het ministerie een reclamefolder rond over het PAS. Dit alles is ontleend aan de werkelijkheid… Met het pleidooi van de NLse regering herleefde dit recente verleden van onze NLse natuurpolitiek. Mag dit SVP de laatste keer zijn?  

Er blijft dus gezegd worden dat het onbepaald voortzetten van langdurige overschrijding van kritische positiewaarden (de z.g. KD-waarden) geen probleem is. Kortom: een ‘stand still’ van de deposities zou  een verdedigbaar beleid zijn zolang maar gelijktijdig voldoende natuurherstelmaatregelen worden genomen, aldus de woordvoerder van onze regering. Dit betekent: dweilen met de kraan open. Het standpunt van de regering is door MOB c.s. met alle mogelijke argumenten in woord en geschrift bestreden. MOB en Ver. Leefmilieu stellen dat depositie-standstill gelijkstaat met achteruitgang. Waar gedurende decennia veel te hoge stikstofdeposities optreden, treedt accumulatie van schadelijke stoffen op in de bodem. Met de ophoping van verzurende stoffen in de bodem treedt op enig moment een omslagpunt op, waardoor veel stikstofgevoelige natuurtypen het loodje leggen.

Wat is volgens MOB dan wel een mogelijke oplossing? Het PAS kan pas serieus worden genomen als die wordt opgesplitst in enerzijds natuurbeheermaatregelen, die sowieso onvermijdelijk zijn. En anderzijds wel serieuze stikstofdepositiereductiemaatregelen, eventueel opgedeeld in verschillende sectoren. Een serieuze krimp van de NLse veestapel is onvermijdelijk.

Een tweede vraag van Kokott is geweest of de natuurherstelmaatregelen al dan niet als bronmaatregelen zijn aan te merken. Achter die vraag zit een ingewikkelder juridisch verhaal. In het PAS vliegen de verschillende soorten maatregelen je om de oren: herstelmaatregelen, bronmaatregelen, instandhoudingsmaatregelen, mitigerende maatregelen, compenserende maatregelen, preventieve maatregelen, passende maatregelen. Een belangrijk juridisch punt is welke maatregelen wel en niet mogen worden betrokken in de passende beoordeling die nodig is voor het vergunnen van nieuwe, natuurschadelijke stikstofdeposities. De overheid kan altijd wel met een nauwelijks toegankelijk verhaal komen waarom die nieuwe megastal (of die nieuwe snelweg of woonwijk) geen enkel probleem geeft, al dan niet opgeluisterd met duurbetaalde (witwas-)rapporten. Maar als sommige maatregelen volgens het EU Hof van Justitie ‘compenserende maatregelen’ in de zin van artikel 6 lid 4 Habitatrichtlijn moeten worden genoemd, dan heeft het PAS een serieus probleem. Een juridische kernvraag is daarom of sommige maatregelen moeten worden aangemerkt als ‘compenserende maatregel’. Hoewel dit een essetiële vraag betreft, kwam dit  niet scherp aan bod.

Naast de vraag of al dan niet sprake is van compenserende maatregelen gaat het – opnieuw louter juridisch bekeken – ook om de volgende punten:

  • is bemesting van cultuurgronden een vergunningplichting project?
  • welke onderzoekseisen stelt de wet (de zogenoemde ‘passende beoordeling’ waarin moet zijn onderbouwd dat geen ecologieschade optreedt) indien een groot aantal activiteiten (projecten en plannen) vergunningvrij worden verklaard?
  • mogen (al dan niet toekomstige) natuurherstelmaatregelen worden betrokken in de ‘passende beoordeling’ die aan het PAS ten grondslag is gelegd?

Misschien is het wel zo dat de rechtszitting in deze zaak weinig toegevoegde waarde heeft. Dat is nu niet duidelijk te zeggen. De rechtszitting heeft overigens niet plaats gehad omdat het EU Hof van Justitie dat nodig vond, maar omdat de NLse regering daar om had gevraagd. Misschien is het wel zo dat de rechters nu nog weinig met het dossier hebben gedaan en op 3 mei enkel alle partijen in de gelegenheid zijn gesteld nog wat te zeggen, naast hetgeen alle partijen eerder hadden geschreven. En nu eerst de A-G Kokott advies gaat uitbrengen, op de rechtszitting aangekondigd voor 12 juli. En dat de rechters en hun medewerkers daarna pas werkelijk met het dossier aan de slag gaan.

De zitting heeft in ieder geval geen nieuwe aanwijzingen opgeleverd dat het PAS in orde zou zijn. Geen nieuws is wellicht goed nieuws.

Het is nu geduld hebben tot omstreeks 12 juli. Dan komt meer (tussen)nieuws beschikbaar met het advies van A-G Kokott. Dat advies is geen uitspraak, maar enkel een vrijblijvend advies voor het Hof. Maar dat advies heeft in de praktijk wel een serieus gewicht.

Wordt vervolgd.

Verslag rechtszitting 3 mei EU Hof van Justitie te Luxemburg