Er zijn echte PAS melders en valse PAS-melders. Echte PAS melders zijn de bedrijven die netjes eerst een PAS-melding hebben ingediend en op basis daarvan zijn uitgebreid. Dat is dan altijd ná 1 juli 2015 gedaan. De datum 1 juli 2015 is cruciaal omdat op die datum het PAS in werking trad. Bij deze echte PAS melders is enige coulance bij het vinden van een oplossing voor hun illegale status onder strikte voorwaarden denkbaar. Bij valse PAS-melders is het een totaal ander verhaal. Valse PAS melders zijn bedrijven die eerst illegaal zijn uitgebreid (eerder dan 1 juli 2015) en later dachten hun illegale bedrijf te kunnen legaliseren met een PAS-melding. Voor hen moet gelden: achteraan aansluiten en je eigen boontjes doppen. Deze week deed de rechtbank Den Haag een tussenuitspraak in een handhavingskwestie over een Reeuwijkse valse PAS-melder.
Hoe zit het ook al weer met de PAS-melders? Het PAS regelde het vergunningenbeleid over natuurschade door stikstofemissies. Het PAS was van kracht van 1 juli 2015 totdat het sneuvelde bij de Raad van State op 29 mei 2019. Het PAS stelde een vergunningplicht voor alle stikstofneerslag boven de 1 mol (per hectare per jaar). Alle stikstofneerslag per bedrijfswijziging onder de 1 mol was niet vergunningplichtig. Daarvoor hoefde de bedrijfsvoerder enkel een melding in te dienen.
Het juridische verschil tussen een PAS-melding en een natuurvergunning is groot. Aan een vergunning kunnen wel rechten worden ontleend, maar een melding is juridisch niets waard. Met het sneuvelen van het PAS in 2019 bleken alle PAS melders (ruim 2.000 bedrijven) illegaal te zijn uitgebreid omdat het PAS nooit rechtmatig is geweest. PAS-melders zijn vrijwel uitsluitend veehouderijbedrijven. Dat is ook logisch omdat veehouderij de grootste bron is van stikstofemissies, te weten ca. 60% van de totale Nederlandse emissies. Nu staat het openbaar bestuur voor de vraag wat te doen met die ca. 2.000 illegale bedrijven. Geheel of deels sluiten, verplichten om de emissies te reduceren (minder staarten, veevoerspoor, staltechniek), extensiveren, legaliseren? Tegen deze achtergrond speelt de kwestie van de valse PAS-melders. Niet alle PAS-melders zijn echte PAS-melders. Waaronder de Reeuwijkse varkensstal.
Over deze Reeuwijkse varkensstal zijn in de afgelopen 8 jaar al 3 bodemuitspraken door de rechter gedaan. De eerste uitspraak uit 2015 ging over de onterecht verleende natuurvergunning. De twee daarop volgende uitspraken over het weigeren van wetshandhaving door het provinciebestuur (2019 en 2022). Daar komt nu nog een recente vierde uitspraak bij. Ondertussen is al sinds 2014 de illegale varkensstal in bedrijf gebleven direct onder de neus van het openbaar bestuur. Deze zaak doet vermoeden dat Nederland een piratennest is geworden, waar de smokkelaars de baas zijn. Het openbaar bestuur staat erbij en kijkt er naar.
De varkensstal is in 2014 gebouwd. De daarvoor aangevraagde natuurvergunning is kort daarna vernietigd door de rechter. Zie uitspraak Raad van State van 29 juli 2015. Een vergunningaanvrager mag weliswaar bouwen als de verleende vergunning nog onder de rechter is, maar dat gebeurt dan wel voor eigen risico. Sneuvelt de vergunning bij de rechter dan heeft de ondernemer een serieus probleem dat ie zelf moet oplossen. En het bevoegde gezag (in dit geval GS van Zuid Holland) hoort dan te handhaven.
Omdat provinciebesturen een beroerde reputatie hebben op het gebied van wetshandhaving van natuurbeschermingsrecht is voor de zekerheid een verzoek om handhaving ingediend bij het Zuid Hollandse provinciebestuur. Dat verzoek werd prompt afgewezen. De verklaring: zie de datum van de uitspraak van de Raad van State. Op 29 juli 2015 was inmiddels sinds kort het PAS van kracht. De veehouder dacht de dans te kunnen ontspringen door … een PAS melding in te dienen. Hij dacht daarmee weer droge voeten te hebben. Het provinciebestuur vond dat kennelijk ook een goede oplossing.
Tegen dit provinciebesluit met de weigering handhavend op te treden is beroep ingesteld, opnieuw bij de Raad van State. Er was vervolgens 4 jaar (!) geduld nodig tot de PAS uitspraak van 29 mei 2019. Met de PAS uitspraak sneuvelde het PAS-stelsel en daarmee ook het weigeringsbesluit van GS van Zuid Holland om te handhaven in de Reeuwijkse kwestie. Zie uitspraak Raad van State van 29 mei 2019. Die vernietiging door de rechter betekent dat het provinciebestuur opnieuw moet beslissen over het verzoek om handhaving. Je zou nu kunnen denken dat het nu afgelopen is met de varkensstal, die dan al 5 jaar onder de neus van het provinciebestuur natuurschade veroorzaakt zonder vergunning.
Maar nee, het provinciebestuur weigert nu zelfs een nieuw besluit te nemen. Dit is regelrecht in strijd met de wet. De wet (Awb, Algemene wet bestuursrecht) verplicht het bevoegd gezag tot het nemen van een besluit op verzoek om handhaving. Daarom is het provinciebestuur in april 2020 in gebreke gesteld, waarop de volledige dwangsom werd verbeurd. Het duurde tot 15 april 2021 totdat het provinciebestuur dan eindelijk een nieuw besluit nam. En jawel, opnieuw een weigering. Ditmaal met de smoes dat alle PAS melders zullen worden gelegaliseerd. Hierbij wordt straal voorbij gegaan aan het feit dat dit geen echte PAS melders is. Opnieuw wordt beroep ingesteld bij de rechter, wat inmiddels bij de rechtbank moet worden gedaan. Omdat het provinciebestuur niet serieus kon onderbouwen dat dit bedrijf gelegaliseerd kon worden is dat besluit opnieuw door de rechter vernietigd. Zie uitspraak Rechtbank Den Haag van 17 februari 2022. En zijn we weer bijna een jaar verder, weer een jaar extra dat de stal illegaal in bedrijf is inclusief de veroorzaakte natuurschade.
Zou de lijdensweg nu dan wel afgelopen zijn? Wel nee. Het provinciebestuur weigert opnieuw tijdig een besluit te nemen, en wordt daarom opnieuw in gebreke gesteld. En omdat het provinciebestuur hierop nog niets ondernam is beroep ingesteld bij de Rechtbank Den Haag wegens het weigeren een besluit te nemen. In de uitspraak heeft de rechtbank op 24 januari 2023 het provinciebestuur veroordeeld om binnen 10 weken na de uitspraak een besluit te nemen. Zie uitspraak.
Is deze gang van zaken bijzonder? Het antwoord is nee. Handhaving van het omgevingsrecht in Nederland is akelig vaak als een fata morgana. Je loopt er eindeloos achteraan zonder dat het doel ooit dichterbij komt. Het bevoegd gezag is een schaduw van zichzelf geworden, waarop de piraten Nederland hebben kunnen overnemen. Overdreven? Zie Schiphol, Tatasteel of de Groningse gaswinning om enkele bekende voorbeelden te noemen. En let op: Schiphol is een staatsbedrijf. En aardgaswinning wordt gedaan op basis van consessies van de overheid. Kortom, het lijkt er sterk op dat de piraten ook zijn doorgedrongen tot het openbaar bestuur. En op kleinere schaal gebeurt massaal exact het zelfde, zoals in de veehouderij. De PAS-melders (echt of vals) zijn in 40 jaar tijd al de derde golf illegale bedrijven.
De eerste golf was in de jaren tachtig, waarop de Interimwet Ammoniak en Veehouderij (1994) duizenden agrarische bedrijven legaliseerde. In een antwoord van de toenmalige regering in 1993 worden door de regering 4.800 illegale veehouderijbedrijven genoemd vanwege ammoniakemissies. Zie Tweede Kamer 1993-1994, kamerstuk 23221, nr 5. De tweede golf illegale uitbreidingen vond plaats tussen 2005 en 2015, met opnieuw duizenden illegale uitgebreidingen, waarop het PAS werd bedacht om die illegale bedrijven te legaliseren. Zie het onderzoek van de Noordelijke Rekenkamer naar de illegale bedrijfsuitbreidingen in Friesland, Drenthe en Groningen onder de titel ‘Decentralisatie natuurbeleid: Noordelijke provincies aan zet’. Enkel in Drenthe worden al 1.000 illegale uitbreidingen genoemd. Dit zijn de zogenoemde ‘interimuitbreiders’ gaan heten, ambtelijk jargon voor illegalen. En nu dan de derde golf illegale uitbreiders, de PAS-melders. Tussen de PAS-melders hebben zich vele valse PAS-melders verstopt. De regering en provinciebesturen weigeren de valse PAS- melders er tussen uit te plukken zoals de Reeuwijkse varkenshouder. Waar zijn de bestuurders die afrekenen met de valsspelers? Het is gruwelijke onzin dat de stikstofkwestie volledig in de schoenen van het openbaar bestuur geschoven kan worden. De veehouders hebben een decennialange geschiedenis van massale illegale uitbreidingen. Het enige echte probleem is dat het openbaar bestuur weigert serieus op te treden.
Tien weken na 24 januari 2023 weten we misschien welke smoes het Zuid Hollandse provinciebestuur dan weer heeft verzonnen om niet te gaan handhaven. Misschien, omdat zelfs onzeker lijkt of een besluit zal worden genomen. Het provinciebestuur is eerder immers al tweemaal in gebreke gesteld moeten worden vanwege langtijdig verzuim een nieuw herstelbesluit re nemen. Het enige wat zeker lijkt is dat niet wordt gedaan waartoe het provinciebestuur wettelijk verplicht is: het handhaven van de wet. Als wetshandhaving een sprookje is geworden dan is het gedaan met de rechtsstaat.